14 July 2012

Voor Vlamingen toegelicht: christen, katholiek, jezuïet

Hoeveel godsdiensten er op aarde bestaan (hebben) is nauwelijks te schatten, en hangt natuurlijk van de definitie af.  Sommigen komen tot het getal van vierduizend. De grote groep godsdiensten die zich op Jezus Christus beroept groepeert men onder de gemeenschappelijke noemer 'christendom'. Die benaming dekt een wirwar van sekten (hier een overzicht), waarvan de Roomskatholieke kerk de grootste is. Zij beweert, zoals alle andere, de enige echte te zijn. Toen de Reformatie haar ontmaskerde als de hoer van Babylon brak de hel los in West-, Midden- en Noord-Europa. De Noordelijke volkeren scheurden zich van Rome los en begonnen aan hun eigen soort(en) christendom. Het kan niemand verbazen dat de scheidingslijn dwars door het huidige België liep. Bekijk eens deze kaart:

F. Vercauteren, Cultuurhistorische Atlas van Europa (Uitgeverij Meddens 1962, Plaat IX)

Geel gekleurd zijn de 'gebieden door de Contrareformatie opnieuw veroverd op het Protestantisme'. Daar valt dus ook Vlaanderen onder. De 'waalse' Nederlanden hadden zich verenigd in de katholieke Unie van Atrecht en zich aan de kant van de Spaanse koning geschaard. (Het prinsbisdom Luik behoorde niet tot de Nederlanden, maar was eveneens katholiek gezind.) Alle grote Vlaamse steden daarentegen waren Calvinistisch en toegetreden tot de Unie van Utrecht. (Kaart hier.) Zij werden, de een na de ander, door de Spanjaarden heroverd. In 1604 viel het laatste geuzenbolwerk, Oostende. In 1648 werd alles netjes op papier gezet, en werden de  'katholieke of koninklijke Nederlanden' officieel afgescheiden van de republiek. Het katholicisme werd er heer en meester.

Tot zeer recent groeiden Vlamingen op in die katholieke monocultuur, die zij met de paplepel meekregen en die de meesten —zoals goede katholieken betaamt— doorslikten zonder bij na te denken. Een mooie illustratie daarvan zijn katholieke verenigingen die zich 'christelijke volkspartij' of 'christelijk vakverbond' noemen, alsof 'katholiek' en 'christelijk' identiek zouden zijn. Gelukkig is dat niet zo! Een katholiek is een christen die bepaalde vreemde beweringen, die de meeste andere christenen niét aanvaarden, wél slikt. Hieronder volgen er zo een aantal. Ik geef de dogma's in mijn eigen simpele woorden, maar wie theologische zekerheid wil kan hier terecht voor de exacte formulering en verdere referentie. Een handzaam overzicht van de inter-christelijke verschillen staat hier.

1. Ja, woorden veranderen broden in goden! 

De beruchte 'transsubstantiatie': door de juiste hocuspocus (de correcte toverformule uit de mis is 'hoc est corpus') veranderen gebakken meel en gegist druivensap plots in iets anders, met behoud van alle eerdere fysieke kenmerken. Begrijpe wie kan! Toppunt van ironie: volgens de Mechelsche Catechismus heeft men 'de jaren van discretie of verstand' bereikt precies als men dit begrijpt. Protestanten houden brood en wijn gewoon voor symbolen, die niet van substantie veranderen. In geuzenliederen was de roomse broodgod dan ook een geliefde bron van schimpscheuten, en geef ze maar eens ongelijk!  

2. Ja, de moeder van Jezus is altijd maagd gebleven, en zij is met lichaam en al in de hemel! 

Protestanten hebben niet die roomse —zeer mediterrane— band met de moeder van Jezus, en geloven noch in haar eeuwige maagdelijkheid noch in haar hemelvaart-met-lichaam en al. De katholieke kerk is er overigens nog niet uit, of zij wel gestorven is. (Lees het met eigen ogen  hier, onder Mary-Assumption.)

3. Ja, magische handelingen en woorden kunnen de pijniging, die mijn ziel na mijn dood te wachten staat, bekorten! 

De roomse godsdienst heeft naast hemel en hel nog een 'vagevuur' ontdekt, waar de ziel na de dood een tijdje gefolterd wordt alvorens de hemel in te mogen. Een 'aflaat' is een bekorting van die pijniging, door de roomse kerk eigenmachtig toegekend in naam van de goddelijke bestraffer. De kwantificatie van aflaten (300 dagen aflaat, een 'volle' aflaat enzovoort, naargelang de magische kracht van de voorgeschreven daden of woorden) zou komisch zijn als er geen mensen levend verbrand waren omdat ze die charlatanerie verwierpen; de tragikomische handel in aflaten was immers een van de aanleidingen tot de reformatie. Ronduit hilarisch is het z.g. pesjoenkelen, een draaideuroperatie om aan de lopende band zielen uit het vagevuur te halen. Geldigheid herbevestigd in 1967! (voor alle duidelijkheid: na Christus) 

4. Ja, gezegend water en takjes, heilige houtsplinters, textiellappen, kiezen, vingerkootjes, knoken, alsook brandende kaarsen voor gipsen beelden, dat werkt ECHT! 

De katholieke variant van het christendom heeft een sterk voodoo-karakter en kan dus ook niet functioneren zonder magische voorwerpen. Dat is letterlijk zo, want onder elk altaar zit er een. Protestanten hebben enkel Christus als bemiddelaar tussen God en mens, maar de roomse godsdienst heeft daar een heel legertje andere supermensen (of halfgoden, afhankelijk van het perspectief) bijgepropt. Katholieke 'heiligen' zijn dode mensen door wier 'tussenkomst' minstens twee 'verifieerbare' onverklaarbare gebeurtenissen plaatsgevonden hebben. Elk van hun lichaamsdelen en elke vezel van hun kleren zijn eveneens magisch, en verder alles wat met hen in contact geweest is. Ook woorden en gebaren van bevoegde levende personen kunnen eenvoudige materie als water of palmtakjes met magische kracht opladen. In de Gentse Sint-Baafskathedraal werd nog in 2007 een nieuw schrijn toegevoegd met kakelverse heilige botjes.

5. Ja, de goddelijke moedermaagd duikt (in katholieke landen) af en toe uit het niets op met diepzinnige boodschappen aan eenvoudigen van geest!

6. Ja, de Heilige Vader in het Vaticaan is onfeilbaar! 

7. Ja, Luther, Calvijn, en alle anderen die beweren dat dit leugens zijn, zijn ZELF leugenaars!

Een katholiek is dus bij definitie een christen die dit alles voor waar aanneemt; een protestant is een christen die dit verwerpt. Nu, mijn keuze zou snel gemaakt zijn. De reformatie heeft, vijfhonderd jaar geleden al, de toenmalige voodoo uit het christendom weggehaald en bij het grof vuil gezet. De contra-reformatie maakte er een punt van, die dingen er opnieuw in te hameren bij de (goed)gelovigen die nog over waren.

Voorop in de contrareformatie marcheerden de bataljons van de pas opgerichte jezuïetenorde. De onbetrouwbaarheid van jezuïeten is spreekwoordelijk (zie het woordenboek onder 'jezuïetenstreek') maar bij veel mensen hebben zij toch de reputatie van intelligente kerels. Waarop dat laatste berust is mij een raadsel. Er zijn toch maar twee mogelijkheden: ofwel geloven zij die onzin van hierboven écht (tegen Luther, en dus tegen beter weten in) ofwel niet. In het eerste geval zijn zij dom aan de goedgelovige kant, in het tweede geval zijn zij (beroepsofficieren in het katholieke leger, betaald om uitgerekend dié boodschap aan de man te brengen) hypocriet niet bepaald consequent. De rector van een jezuïetencollege in een Vlaams provinciestadje heeft mij eens toevertrouwd dat hij zijn belangrijke beslissingen altijd op de dinsdag nam, 'omdat dat de dag van Sint X is' (X was de heilige naar wie zijn school genoemd was). Q.E.D. Maar om tot de fictie terug te keren: in de film Fiesta vertelt de cynische kolonel Masagual aan tafel de volgende leerzame grap.

Een jezuïet raakt de weg kwijt, ziet een boer op zijn veld 
en gaat hem de weg vragen. 
'U bent jezuïet?' vraagt de boer. 
'Ja,' zegt de jezuïet. 
'Dan zult u er nooit komen,' zegt de boer, 'het is rechtdoor'.

(Die grap is ouder dan de film en het boek, en blijkt zeer verspreid te zijn. Ik heb al een versie gehoord die zich in Brussel afspeelt.)

P.S. Onder de jezuïeten die eervol vernoemd moeten worden op niet-godsdienstig terrein zijn Ferdinand Verbiest (uitvinder van de automobiel), Christoph Clavius (groot astronoom), Paul Guldin (verdienstelijk wiskundige) en Grégoire de Saint-Vincent (niet onverdienstelijk wiskundige). Hun  intellectuele spreidstand is moeilijk te verklaren zonder externe factoren. Om het nog een laatste keer te zeggen: het gaat er niet over dat zij christen zijn, maar dat zij uitgerekend katholiek zijn terwijl zij het ook niét konden zijn.


Toevoeging 28 juni 2015. Mijn toelichting hierboven, die ook in mijn persoonlijke gesprekken wel eens doorbreekt, heeft mij al enkele onaangename confrontaties bezorgd met mensen die voor pater X, Y of Z s.j. een grote bewondering koesteren. Ik hoor dan apologieën over hun intelligentie, humanisme, cultuur, grootmenselijkheid enzovoort. Die reactie berust op een fout begrip van de vraagstelling. Hierboven heb ik al enkele historische jezuïeten genoemd die (wetenschappelijk) respect verdienen, en er zijn er zeker nog. Ook op persoonlijk vlak zijn er bij aan wie ik met warmte terugdenk. Dit evenwel is het punt niet. Men beoordeelt Heydrich toch niet als violist, of Himmler als huisvader, hoewel zij dat in voortreffelijke mate waren. Men beoordeelt ze als nazi's. Welnu, ik beoordeel de intelligentie van een jezuïet met de maatstaf van wat hij in de eerste plaats, en zelfs beroepsmatig, is: een militant van de katholieke contrareformatie. Wat hij daarnaast nóg is, is letterlijk secundair.