De avond van zijn aankomst in de overvolle gevangenis werd hij opgesloten in een cel waarin reeds drie andere personen zaten: een bordeelhoudster, een inbreker, en een man die daags te voren een moord had bedreven. 'Zij spraken daarover en voegden er de onnoemlijkste details bij zonder zich in het minst voor mij te generen, ze deden of ze mij niet zagen, en toen ik op de vraag van het wijf verklaarde dat ik enkel als flamingant was aangehouden, begonnen ze te schreeuwen en te brullen tot er een bewaker verscheen. Ze riepen alle drie te gelijk dat ze met iemand als ik, un flamingant, niet in dezelfde cel wilden opgesloten zitten. De bewaker liet hen er uit om rust te krijgen. Voor ze de cel verlieten gaf een van de mannen mij een schop tegen het been, en het wijf spuwde mij in het gezicht. Daarna zat ik gelukkig alleen.' (Uitgave De Clauwaert, 1985, blz. 248-249.)
21 March 2012
Hiërarchie van de Belgische misdaden
In 1950 verscheen van Ernest Claes de roman Daar is een mens verdronken. (Te begrijpen als Er is een mens verdronken. In alle boeken van Ernest Claes moet men de plaatsaanwijzing daar vervangen door er.) Onderdeel daarvan is Het boek van Meester Noteleirs, over een onderwijzer die in november 1918 in een Belgische cel belandt omdat hij tot zijn schoolkinderen gezegd had 'Dat de scheiding van Noord en Zuid, in 1830, als een betreurenswaardig feit in de geschiedenis der Nederlanden moest beschouwd worden'.