JBB, "de man met de witte das" |
Aan den Nederlandschen adel
Deel I — In Nederland (1913-1919)
We maken kennis met het katholieke geslacht Mac Donald, gevestigd op Duncanshill in Heemstede. De familie gaat op de Schotse koning Duncan terug, maar is om een of andere reden nooit geadeld. Jan Herbert Mac Donald (de hoofdfiguur) is in alles perfect. Zo is hij o.m. een perfecte huzaar, en maakt hij kennis met de perfecte vrouw, Victory. Wel, zij zou perfect zijn mocht zij katholiek zijn, maar dat is zij helaas niet. Donald bergt zijn liefde al op wegens deze onneembare hindernis, maar twee sympathieke paters werken heimelijk aan een oplossing. Victory omhelst dolgelukkig het ware geloof, zij trouwen dus en beleven een perfecte idylle tot zij door een ongeluk om het leven komt, samen met haar ongeboren kind. Donald deemstert weg in de waanzin, maar wordt hieruit verlost door een sympathieke jezuïet (die ondertussen ook zijn financiën gered heeft). Op blz. 209 wordt voor het eerst een katholieke wethouder van Haarlem vernoemd die het nodige doet om een katholieke dienstbode van Donald onder katholiek dak te brengen. Het is de handige mr. Rodius, in wie we zonder meer de auteur “J.B. van Rode” herkennen. [Voor de slechte verstaanders wordt er in deel V nog bijgevoegd "met de witte das, juist".]
Deel II — In Amerika (1919-1926)
Donald laat zijn bezittingen in goede handen achter en vertrekt naar Amerika, waar we hem terugvinden als zelfbedruipend politieman in New York, later te paard, maar aanvankelijk te voet. Over kruispunten surveillerend sluit hij vriendschap met de Ierse uitbater van een krantenkiosk, bij wie hij gaat inwonen. De man blijkt schatrijk te zijn en als hij sterft laat hij Donald zweren dat hij zich zal voordoen als de vader van Violet, de dochter van een vrouw die hij lief heeft gehad (hoewel zijn broer ermee getrouwd is). Die broer, eveneens schatrijk, sterft even spoedig, en Donald gaat Violet O’Brien ophalen uit de sympathieke katholieke nonnenschool waar ze is opgegroeid. Om er 20 jaar ouder uit te zien dan zijn “dochter” moet hij zijn papieren vervalsen; in werkelijkheid is zij 16 en hij 32. Het meisje is perfect. Beiden worden verliefd op elkaar, en moeten dus uiteen gaan. Zij wil niet haar vader tot man hebben, en hij wil niet de eed breken die hem tot haar “vader” maakt. Een sympathieke pater lost het dilemma op, beiden trouwen en zijn behalve schatrijk ook perfect gelukkig. De sympathieke pater is tevens profeet, en hij voorzegt het stel dat zij koning en koningin zullen worden, de geschiedenis zullen beïnvloeden, en gelijktijdig sterven. Het stel krijgt een dochter, Victory genaamd [heldin van deel V], en vertrekt naar Nederland.
Deel III — Orde en wanorde (1926-1950)
In Nederland wordt het aantal kinderen tot zes opgevoerd, drie jongens en drie meisjes. Zij zijn zonder uitzondering perfect. Donald stelt vast dat de maatschappij van God vervreemd is en gaat op vraag van de pastoor in de politiek, waar hij snel carrière maakt.
[Vanaf Hoofdstuk V, ‘Herademing’, zijn we in 1934 en begint de toekomst à la JBB.]
In 1943 wordt Jan door Rodius, die ondertussen minister is, ingeschakeld in een geheim plan om een broeiend oproer neer te slaan zodra het uitbarst. Donald vormt een vrijkorps van katholieke huzaren, dat een uitgebarsten bloedig oproer kordaat neerslaat. Hij wordt tot generaal benoemd, en over heel Nederland (dat, zoals heel Europa, zichzelf naïef ontwapend had) worden huzarenkorpsen opgericht. Gejend door een protestantse minister neemt Donald ontslag. In 1946 demonstreert hij vreedzaam de kracht van zijn huzarenkorps, waardoor koningin Wilhelmina en de politici beseffen wie de werkelijke macht heeft. Kort daarop wordt hij tot de eerste hertog in Nederland gemaakt. In 1948 begint de regering van koningin Juliana, die Jan verzoekt in haar plaats de troonrede te houden. Jan richt een partij op die de meerderheid haalt en dan gewoon de parlementaire democratie lamlegt. In 1950 laat een moegetergde God omwille van de godde- en zedeloosheid grote vernietigingsoorlogen losbarsten (Italië, Frankrijk, Polen, Rusland, Duitsland, Scandinavië, Engeland) die hoofdzakelijk niet-katholieke gebieden ontvolken.
Deel IV— Wanorde en orde (1950-1956)
Het neutrale Nederland wordt geteisterd door moordende kozakken, die door de Donald-huzaren vernietigd worden. Donald, zijn vrouw en zijn zes kinderen spelen elk een heldenrol. Grote delen van Nederland geraken als collateral damage uitgeroeid in de oorlog tussen Duitsers en Engelsen. In wapenstilstandsonderhandelingen krijgt Frankrijk Wallonië, de Saxen-Coburgers stappen vrijwillig op en de Vlamingen roepen Jan Mac Donald tot koning uit. Hierna overhaalt koningin Juliana Jan om de Nederlandse kroon te aanvaarden, en op 2 februari 1951 ontstaat een Groot-Nederlandse staat van 16 provinciën onder Jan I. De nieuwe koning regeert authoritair en vereenvoudigt drastisch het staatsbestel dat efficiënter en goedkoper wordt. Nederland wordt een katholieke landbouwstaat, geregereerd door de adel. In heel Europa gaat het katholicisme vooruit. Jan I regeert van 1951 tot 1955. Zijn zoon Jan II volgt hem op, maar laat het bestuur grotendeels over aan zijn zeer adellijke (en katholiek geworden) kanselier en diens zeer katholieke vrouw Victory. Hij zal regeren tot 2001. In 1956 worden ex-Jan I en zijn vrouw Violet vermoord door een wraaklustige jood, die zijn daad niet overleeft.
Deel V — Victory van Salland (†1996)
En? en?
De verdere lotgevallen van het huis Mac Donald heeft Jan Bernard Bomans in zijn graf meegenomen. Hij heeft ons enkel meegedeeld dat de laatste en grootste Mac Donald op het veld van eer sneuvelt in 2033, strijdend tegen de Aziatische horden die Europa zullen vernietigen. Hoe het met de katholieke reconquista en met het Nouvel Ancien Régime afloopt zullen we dus nooit weten.
(wordt hier vervolgd)