28 September 2018

De vrijzinnigheid in Vlaanderen (6)

Voor dit Postscriptum bij de vrijzinnigheid in Vlaanderen beginnen we bij het 'leuke kaartje' waarmee  bijdrage 4 eindigde:





De linkse foto is voor het eerst verschenen in het Maandblad van de NVSH, maart 1971:




De linkerbladzijde is een betaalde advertentie voor de PSP (Pacifistisch Socialistische Partij) in de aanloop naar de verkiezingen; de foto zou nadien ook in het straatbeeld verschijnen. Ondanks de ikonische inbreng van Saskia Holleman (links op de voorgrond) zou de partij twee zetels verliezen. We bekijken met enig genoegen het betrokken Maandblad van dichterbij. 



Verstandig Ouderschap in Nederland
1946-1967


De Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming (NVSH) werd in 1946 opgericht. De stichters lieten in haar Statuten opnemen: 
Art. 3. De Vereniging stelt zich ten doel juiste en heldere, wetenschappelijk getoetste inzichten en opvattingen op het gebied van het geslachtsleven en het maatschappelijk en cultureel leven, voor zover dit met het geslachtsleven organisch verband houdt, te grondvesten en te verbreiden, zomede de praktische toepassing dezer inzichten en opvattingen te bevorderen.
Art.4. De Vereniging gaat daarbij uit van de volgende beginselen:
a. Zij acht een gezond geslachtsleven noodzakelijk voor een harmonische ontplooiing, lichamelijk zowel als geestelijk, van de persoonlijkheid, het gezin en de gemeenschap en beschouwt daarom het recht op een dusdanig geslachtsleven als een mensenrecht, dat ook door de staat niet mag worden aangetast. Bewuste beheersing der conceptie acht zij daarbij onmisbaar en beschouwt zij als een belangrijk wapen in haar strijd tegen de onwettige verstoring van zwangerschap. (enz.) [Hier, p.337-338.]

Voorlichting en hulp waren in de eerste plaats gericht op het verstrekken van voorbehoedmiddelen, en het feit dat de diensten van de NVSH voorbehouden waren aan leden verklaart de massale groei van de vereniging. Illegale abortus ('onwettige verstoring van zwangerschap') wordt als een te bestrijden vijand voorgesteld. Maar abortus ‘als laatste redmiddel’ (zoals founding father Jan Rutgers het zag) zal wel aan bod gekomen zijn bij de hulpverlening in de 12 consultatiebureaux. In 1953 werd de voorzitter van de NVSH, de huisarts Wim Storm, tot zes maand gevangenis veroordeeld wegens het uitvoeren van abortus. Met Justitie bestond een stilzwijgende afspraak dat een arts niet vervolgd werd als hij gedekt werd door twee collega's, maar Storm had alléén gehandeld. [De hele affaire hier.]

De oubollige naam van het ledenblad, Verstandig Ouderschap, was een erfenis van vóór de oorlog.

Verstandig Ouderschap in de Nederlandse huiskamer, 1955



Verstandig Ouderschap in België
1955-1967

Onder de NVSH'ers van het eerste uur was ook de anarchist Gé Nabrink. In 1949 ging hij spreken voor de Antwerpse vrijdenkersvereniging Francisco Ferrer en dit leidde ertoe dat de NVSH in 1950 ook een afdeling in Antwerpen had. [Het hele verhaal hier, p.558.] Op deze lijst uit 1955 is de afdeling Antwerpen te vinden naast 71 Nederlandse afdelingen. Dankzij het speurwerk van de nijvere jezuïet Alphons van Kol (hier gepubliceerd) weten we dat die afdeling eind van dat jaar 155 leden telde, en dat die afdeling opgeheven werd toen alle Belgische leden van de NVSH opgenomen werden in de Belgische Vereniging voor Sexuele Voorlichting (BVSV), opgericht op 11 augustus 1955. De stichters van de BVSV waren: Jacques Clément, Willy Van Houdenrogge, Pierre Plompen, Theresia De Bruyn en Arthur Peeters. Zij woonden allen in Antwerpen en vestigden daar ook de zetel van hun vzw. Onder die stichters herkennen we met zekerheid Clément en Peeters als vrijdenkers uit Francisco Ferrer. [Hier, p.9.]

In het Belgisch Staatsblad van 3 september 1955 (hier) stipuleerden zij:  
Art. 3. De BVSV stelt zich ten doel juiste en heldere, wetenschappelijk getoetste inzichten en opvattingen op het gebied van het geslachtsleven en op maatschappelijk en cultureel leven, voor zover dit met het geslachtsleven verband houdt, te grondvesten en te verspreiden, dit alles mede ter bestrijding van abortus provocatus.
De tekst is een doorslagje van het NVSH-statuut (met de strijd tegen abortus letterlijk naar voren geschoven), en bij het lidmaatschap van de nieuwe Belgische vereniging hoorde het Nederlandse ledenblad. Daarnaast gaf de BVSV vanaf 1958 ook een eigen ledenblad uit, Metterdaad. Daarin wordt abortus een 'onvolmaakte, maar soms onvermijdelijke oplossing achteraf' genoemd, waarover nog gezegd wordt: 
Er blijven ons twee dingen te doen. Allereerst zullen we zoveel mogelijk het preventieve optreden, via de verspreiding van de anti-conceptiva, dienen te bevorderen. Waar dit geen maximumresultaat oplevert moeten we ijveren voor een sterke (en kosteloze) kontrole en behandeling van de abortus door geneesheren en andere medisch bevoegden. [mei 1961]
Naast seksuele voorlichting had de BVSV dus ook wel seksuele hervorming op het oog, hoewel die doelstelling in de naam niet vernoemd wordt. De vereniging veranderde een aantal keer van structuur en van naam. Bekend is gebleven de naam Centra voor Gezinsplanning (later: Geboortebeperking) en Sexuele Opvoeding (CGSO). Nog later werd het CGSO-VVSH, waarbij het laatste letterwoord stond voor Vlaamse Vereniging voor Sexuele Hervorming.

Vijf jaar lang bestond de BVSV uitsluitend uit de afdeling Antwerpen, maar op 8 maart 1960 kwam er ook een afdeling in Gent:
Metterdaad, April-Mei 1960
Het is die afdeling die eindelijk, op 9 oktober 1960, 'metterdaad' het eerste consultatiebureau in Vlaanderen opende: Zwarte Zustersstraat 1, Gent. (Hier het verslag van de opening.) De werking rustte volledig op de gynaecologe Erna Klein-Vercautere, die sedert 7 juni 1959 voorzitster was van de Medische Raad van de BVSV. Zij verrichtte in de Zwarte Zustersstraat baanbrekend werk, o.m. door de pil te verstrekken zodra die op de markt kwam.

Metterdaad, juni/juli 1959, p.2


Metterdaad, mei 1961



Het Antwerps consultatiebureau ging een jaar later, in 1961, van start.




1967 in Nederland 



In 1967 hield de NVSH een studiecongres, Sextant'67, dat richtinggevend zou worden voor de verdere oriëntatie. De slottoespraak van de voorzitster, voluit afgedrukt in Verstandig Ouderschap van december 1967 (hier), diende min of meer als programma voor de toekomst. Aan bod kwamen (in die volgorde) homoseksualiteit, voorechtelijk geslachtsverkeer, geboorteregeling, abortus provocatus, buitenechtelijk geslachtsverkeer, echtscheiding, prostitutie en pornografie. Op elk van deze terreinen zou de vereniging gaan ijveren om de opvattingen en de wetgeving te veranderen.

Het nummer met de toespraak was ook het laatste onder de naam Verstandig Ouderschap. Omdat men niet langer een 'dwingend verband' tussen seksualiteit en voortplanting wou laten zien kreeg het tijdschrift vanaf 1 januari 1968 een andere naam: Sextant (later: Sekstant). Het progressief hervormingsprogramma van de NVSH werd in Sextant duidelijk, soms zeer expliciet, aan de orde gesteld. Na enkele wilde beginjaren bevatte het tijdschrift weinig of geen visuele provocaties meer, en de uiterlijke vormgeving is eigenlijk aan de saaie kant, met veel voer voor intellectuelen. Het nummer uit 1971 met de verkiezingsreclame voor de PSP was overigens een van de weinige met een provocerende kaft (zie hieronder).





 1967 in België


In België moest Sextant, evengoed als de BVSV zelf met haar voorlichting en voorbehoedmiddelen, opboksen tegen een repressief apparaat. Het tijdschrift werd herhaaldelijk in beslag genomen of geblokkeerd, de invoerders en verspreiders vervolgd en effectief veroordeeld. [Hier, pp.89-93.] De grootste inquisiteur in die tijd was de socialist Alfons Vranckx, minister van Justititie 1968-1973.

In het jaar waarin de NVSH Sextant'67 hield werden de afdelingen van haar Belgische dochtervereniging (hoe zij op dat moment ook heette) zelfstandige vzw's. In het Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1967 (hier) lieten Willem Deconinck, Nestor Colpaert, Jan Buelens en Bob Carlier de formele oprichting registreren van de v.z.w. Centrum voor Sexuele Voorlichting, onveranderd in Gent gevestigd op het oude adres van het consultatiebureau. De algemene vergadering van 5 augustus 1967 had o.m. vastgelegd
Art.3. De vereniging stelt zich ten doel de mensen te helpen bij hun seksuele moeilijkheden, en alle wettelijk toegelaten middelen en akties daartoe aan te wenden, en de taboes te doorbreken die er de oorzaak van zijn.
Over CSV-medestichter Bob Carlier (1931-1990) lezen we op UGentMemorie (hier) o.m.
De filoloog en pedagoog Bob Carlier was Vlaanderens bekendste seksuoloog. Hij werkte als assistent en werkleider aan het Seminarie voor Moraalfilosofie en Metafysica bij Jaap Kruithof. Hij hield er zich vooral bezig met onderzoek naar seksualiteit, relaties en ethiek, waarover hij talloze artikels schreef en voordrachten gaf. Carlier ontpopte zich als voorman van de Vlaamse homobeweging.

Hierbij is de rol die Carlier in de jaren ’70 en ’80 speelt in het debat rond pedoseksualiteit merkwaardig te noemen vanuit een hedendaags perspectief. Carlier wijst seks tussen een volwassene en een kind niet bij voorbaat af. Hij beroept zich hiervoor op het idee dat het normatieve kader van de maatschappij verkeerdelijk geen ruimte laat voor positieve seksuele interacties tussen volwassenen en kinderen. Op dat moment circuleert binnen progressieve kringen het ‘emancipatorische’ idee dat ook een kind recht heeft op seks. In die logica moet pedoseksualiteit aanvaardbaar zijn wanneer bepaalde voorwaarden zijn vervuld. Carlier neemt zo in 1977 de leiding over een werkgroep pedofilie aan de RUG om het thema te bestuderen en het publiek te sensibiliseren, naar het voorbeeld van een gelijkaardig initiatief van zijn hand in Antwerpen. In de jaren ’90 zullen dergelijke ideeën helemaal van het publieke toneel verdwijnen, in diskrediet gebracht en grotendeels gefnuikt door de zaak Dutroux.
Pedofilie was niet genoemd onder de strijdpunten van Sextant'67, maar er was niettemin veel aandacht voor in Sextant en bij emancipatorische acties uit die tijd. De NVSH had er een landelijke werkgroep voor, die in 1979 de naam 'pedofilie' inruilde voor het positievere 'jeugdemancipatie'. (Hier in het NVSH-archief.) Die Landelijke Werkgroep Jeugdemancipatie gaf een tijdlang ook een eigen blad uit: NIKS, wat staat voor Naar Integratie KinderSeksualiteit. Men werd toen als progressieveling geacht het onderwerp op zijn minst 'bespreekbaar' te vinden.

1981: info-avond CSV m.m.v. Bob Carlier

Niet iedereen vond dat even vanzelfsprekend. In 1979 verbood de Gentse schepen Piet Van Eeckhaut (socialist en zelf een anti-censuurmilitant) de opvoering van een musical die als promotie van pedofilie kon gezien worden. Zijn argument was dat pedofilie een misdrijf was, en moest blijven. Dit werd hem toen in progressieve kringen niet in dank afgenomen, maar weinigen zullen hem vandaag ongelijk geven. (Lees het verhaal hier na.)

Een jaar later kende de seksuele emancipatie in Vlaanderen gelukkig een echte doorbraak toen de eerste abortuskliniek in Vlaanderen begon te werken: het Collectief Anticonceptie in Gent. Dit initiatief, in de marge van de wettelijkheid, moest op de tolerantie van het gerechtelijk apparaat rekenen. Dat bleef zo tot in 1990, toen België een koning moest gaan tolereren die absoluut zijn baan wou behouden hoewel hij zijn werk niet wilde doen.

Om terug te keren naar het 'leuke kaartje' waarmee we begonnen zijn: Dr. Erna Klein-Vercautere was niet alleen een prominent lid van de BVSV maar ook van de SVV, de Socialistische Vooruitziende Vrouwen. (Dat wordt hier, p.33, toch beweerd; de SVV heeft niet gereageerd toen ik daarnaar vroeg.) Met die extra informatie kunnen we mooi stapsgewijze van 'links' naar 'rechts' in het leuke kaartje overgaan:

naakt 

> PSP > Sextant > NVSH > BVSV > Erna Klein-Vercautere > SVV >

hoofddoek

De overgang 'SVV>hoofddoek' berust hierop, dat VIVA-SVV (zoals die reactionaire vrouwenbond tegenwoordig heet) belet heeft dat de vrijzinnige koepel een eenduidig standpunt kon innemen tegen de hoofddoek in overheidsdiensten. Met dit doordrukken van het obscurantisme in de openbare ruimte plaatsen de socialistische destijds vooruitstrevende vrouwen zich kategoriek buiten de vrijzinnigheid. Lees hier in dat droevige verband ook nog




Persoonlijke noot


In 1965-1966 liep ik school in Gent, in de Oude Houtlei. Tijdens de middagpauze passeerde ik vaak het huis in de vlakbij gelegen Zwarte Zustersstraat waarop duidelijk de intrigerende aanduiding Belgische Vereniging voor Sexuele VoorlichtingKonsultatiebureau aangebracht was.



In 1969 werd ik daar, student zijnde, lid van het CSV samen met mijn latere echtgenote. (Dat stadhuiswoord past hier beter dan 'vrouw'.) In die tijd kon men immers van de geboden diensten geen gebruik maken zonder lid te zijn. Daar en toen maakten wij kennis met Dr. Henri Van Kets, gynaecoloog van het Academisch Ziekenhuis. Samen met zijn diensthoofd professor Michel Thierry heeft Van Kets veel bijgedragen aan het inburgeren van contraceptie in het duistere Vlaanderen van toen, en in latere jaren zijn onze kinderen door hem op de wereld gezet. Als leden van de BVSV-CGSO-VVSH-CSV hadden wij het tijdschrift Sextant in huis, en het 'historische' nummer uit 1971 met de koe-in-wei verkiezingsreclame voor de PSP was daar ook bij. (Hier het hele nummer voor u gescand.)

O ja, nog postuum t.a.v. zijne aflijvige majesteit B1: wij (m/v) hebben in 1980 een financieel steentje bijgedragen aan het Gentse abortusinitiatief.


*