31 March 2017

Het scheermes van Ockham, Vlaamse campusroman

Tot vorige maand kende ik maar één Nederlandstalige academische sleutelroman: Onder professoren, van W.F. Hermans, uit 1975. Gelezen, en niet gesmaakt. Ik vermoed dat mensen die met de RUG (Rijksuniversiteit Groningen) verbonden zijn er meer zullen aan gehad hebben. Maar ziet! De voetsporen van Jef Geeraerts volgend (hier) ontdekte ik toevallig


uit 1986, en dat is zowaar een Vlaamse campusroman. Ik heb hem nu twee keer gelezen en wél gesmaakt. Daar zal allicht niet vreemd aan zijn dat ik deze RUG (Rijksuniversiteit Gent) beter ken dan die van Hermans, en mij ook de geografische situering voor de geest kan halen.

De auteur heeft op die plaats sociologie gestudeerd, en werd in 1971 licentiaat. In 1973, na zijn legerdienst, werd hij er assistent en in 1979 verliet hij het instituut zonder zijn doctoraat te hebben afgewerkt. In 1979 en 1980 publiceerde hij wel enkele sociologische artikelen. (Ik heb geen eerdere artikelen kunnen vinden, hoewel dat nuttig zou zijn voor het ontcijferen van het boek.) Zijn loopbaan nam daarna een totaal andere wending. Hij kwam bij de BRT (later VRT) terecht, stond mee aan de wieg van De Kampioenen en beheerde de merchandising. Hieronder een foto van zijn pensionering in 2007, met Musti als een van zijn producten. (Biografische info uit 1988 hier.)


Het boek is verschenen in 1986, maar gesitueerd in 1976, met afronding in 1979. (Iemand geboren in 1960 is zestien jaar op blz. 13 en in het laatste hoofdstuk zijn we meer dan twee jaar verder.) Het is wel degelijk een roman, met een auteur die in het hoofd, de woonkamer en zelfs de slaapkamer van alle personages binnenkijkt. Het is best mogelijk dat de auteur ook latere gebeurtenissen (1978-1986) literair verwerkt heeft, en het is waarschijnlijk dat de personages composities zijn uit echte en gefantaseerde elementen. De hoofdspelers in dit drama zijn: professor "Emma Sprangers", opvolgster van de illustere "Raepsaet", professor "Langerak", dr. "Adriaan Gunst", professor "Alex Boone" en drs. "Tony Dorrestijn". De confrontaties gebeuren tussen "Sprangers" en haar hovelingen "Langerak" en "Gunst" enerzijds, en anderzijds "Boone" en "Dorrestijn", die door de eerste coalitie uitgerangeerd worden. Wij zouden ons niet aanmatigen echte namen met deze pseudoniemen te verbinden, maar dat doet de universiteit zelf. In de academische biografie van prof. Marthe Versichelen-Terryn lezen we (hier):
Niet iedereen is echter even tevreden met deze eerste vrouwelijke gewoon hoogleraar aan de Gentse universiteit. Op verschillende momenten duiken kritische stemmen op, onder andere in het studentenblad Schamper. Dit zowel met betrekking tot Marthe Versichelens onderzoek, haar onderwijs en examinering. Ook hekelt een groep studenten bijvoorbeeld de hand die Marthe Versichelen in de benoeming van Guido Van Parys heeft, ten nadele van de volgens hen meer competente Herman Brutsaert. Willy Van Poucke  beschrijft in zijn sleutelroman ‘Het scheermes van Ockham’ uit 1986 de bitse rivaliteit tussen drie wetenschappelijke medewerkers van een universiteit, waarin de vermelde personen van het Gentse departement sociologie herkenbaar zouden zijn.
Het studentenblad Schamper heeft het in november 1987 (hier) over Het Circus (Bloedt de sociologie dood?) en in november 1991 (hier) over Vrede op aarde aan alle sociologen van goede wil (Kruitdampen in de Pol&Soc). Deze toelichting van studentenkant dateert van na het verschijnen van het boek, en valt ruim na de romangebeurtenissen (1976-1978). Noteer hoe lang het tumult onder Gentse sociologen aangehouden heeft: in 1991 was de strijd verre van gestreden. 

In elk geval concorderen in alle bronnen de geciteerde namen:

"Sprangers" > prof. Marthe Versichelen-Terryn (emeritaat 1984, overleden 2015)
"Langerak"  > prof. Guido Van Parys (overleden 1989)
"Gunst"       > dr. Cornelis Kruithof (met pensioen 1995)
"Boone"      > prof. Herman Brutsaert (emeritaat 2006)

De stichter van het instituut, de illustere "Raepsaet", is dan prof. Jean Haesaert (overleden 1961), waarvan "Sprangers" de assistente geweest is (en nog veel meer, als we het boek mogen geloven). Hierboven gebruiken we ">" met de betekenis "verwijst min of meer naar", want de identificatie is verre van 1-op-1. In het boek verkast dr. "Gunst" in 1976 van de RUG naar een provinciale universiteit en verzeilt uiteindelijk in de dorpspolitiek als katholieke mandataris. Volgens de beschrijving in Schamper daarentegen was dr. C. Kruithof anno 1991 nog zeer alive and kicking in Gent. (Meer over C. Kruithof hier en hier.) Maar er is geen twijfel over dat het hoofdpersonage, bijgenaamd de freule, er in het echt zo heeft uitgezien:


In het boek wordt verhaald hoe de minister van Nationale Opvoeding (van 1974 tot 1977 was dat de liberaal Herman De Croo, in een coalitie van katholieken en liberalen), tegen het voorstel van de universiteit in, "Langerak" benoemt in plaats van "Boone". De gedupeerde hield dat voor het "gewone" gekonkel van vrijzinnigen tegen katholieken, maar verneemt van de vrouw van de alom bekende, rijke en machtige "Doolaeghe" dat "Sprangers" haar invloed en geld uitsluitend dankt aan haar zeer langlopende relatie met haar man. (De echte Marthe Versichelen was al in 1952 weduwe geworden.) Na enig puzzelen vindt men dat de literaire figuur van de industrieel-croesus-mecenas-politicus "Doolaeghe" wel veel weg heeft van wijlen André Vlerick. Men begrijpt het Aha-Erlebnis van "Boone", die plots inziet dat het dit keer niets met de filosofische gezindheid te maken had. (Vlerick was van CVP-signatuur, en "Boone" stond als katholiek geklasseerd.)

We laten het aan de beter ingelichte lezer over om de overige figuren thuis te brengen: de civilist prof. "du Pont d'Oppaers", de hoogleraar-politicus "Grijpdonk" e.a. Alleen de Duitse filosoof "Kreuzer" is voor een buitenstaander goed te herkennen als Rudolf Boehm. Blijft nog de vraag wie schuilgaat achter "Dorrestijn" die de universiteit zonder doctoraat verlaat en dan in de Ardennen een hotelletje met bootverhuur gaat uitbaten. Het zal wel geen toeval zijn dat de auteur in hetzelfde jaar als "Dorrestijn" de universiteit en zijn doctoraat in de sociologie vaarwel zegde en een levenslange sympathie voor de Ardennen had. Daarvan getuigen diverse boeken (zie b.v. hier) en gidsen, o.m.



Maar er kan ook gelachen worden! We vallen binnen in de koffiepauze.
Het onderwerp Depaepe had plaats gemaakt voor de rugklachten van Emma. In de natuurstaat, vóór het maatschappelijk verdrag was gesloten, had hij [Gunst] haar rug met het grootste plezier eigenhandig gebroken. Emma was de typiste van het instituut, maar ze zette geen letter op papier. Door die rug. Ze was omstandig aan het uitleggen dat ze eigenlijk leed aan een beroepsziekte. (...) Emma typte niemendal, tenzij de Freule haar wat opdroeg. Maar dat stelde niets voor. De Freule was negen jaar geleden gestopt met publiceren en Emma dus met typen. Op Hans kon ook niet worden gerekend, want hij was correspondent. Correspondenten typten niet, dat was werk voor typistes, klasseerden niet, dat was de taak van de klerken. Zodoende tikte de staf zijn rapporten, nota's, lesvoorbereidingen, brieven en verslagen van vergaderingen zelf uit, terwijl de administratie zat toe te kijken.  [p.12-13]

Ik vond het Scheermes in zijn geheel goed geschreven. Anders dan Onder professoren, dat ik mij herinner als losse anekdotes zonder convergentie, eindigt het Scheermes zinvol met de confrontatie van de abstracte socioloog "Boone" met het echte leven, zoals "Dorrestijn" het ontdekt heeft. Op de laatste bladzijde wordt ook de titel verklaard, hoewel het argument niet echt sterk is. Er zijn geen opvallende literaire feilen. Mij stoorde het, dat er systematisch "hoofd van dienst" staat i.p.v. het courante "diensthoofd". Het eerste doet denken aan een dienstdoend hoofd, en misschien was dat inderdaad een misverstand bij een of andere Nederlandse corrector (die ook overal "etages" ziet). Ook zegt men niet "onderzoekingen", maar "(wetenschappelijk) onderzoek". De roman is goed gestructureerd, en opgedeeld in acht hoofdstukken waarboven telkens een sociologisch citaat staat. Naar verluidt (hier, waar de criticus van dienst de naam "Dorrestijn" systematisch fout spelt) zou dat hoofdstuk het citaat sociologisch illustreren, maar het is niet aan een simpele wiskundige gegeven om dat na te gaan.

Hier, in 2015, is de auteur zelf aan het woord over zijn Scheermes. Laat u niet afschrikken door de titel 25 jaar geleden: de eerste aflevering van F.C. De Kampioenen. Het gaat wel degelijk om dezelfde persoon. 


*