Uit La Musique en Belgique du Moyen Age à nos jours, o.l.v. E. Closson en Ch. Van den Borren, La Renaissance du Livre, Bruxelles, 1950 (Frans origineel hier):
De kunstenaars geboren tussen 1820 en 1860.
(...) Twee namen verdienen onthouden te worden: die van Limnander en, vooral, die van Miry. (...) Karel Miry (1823-1889, ook een Gentenaar) is de maker van de fameuze Leeuw van Vlaanderen [sic], die een welverdiende populariteit geniet, en die verheven is tot Vlaams volkslied. (blz. 250-252)
Het Vlaamse lied en het Waalse lied.
Zij verschillen grondig van elkaar, behalve natuurlijk in de (vrij talrijke) gevallen waarbij het om wederzijdse vertalingen of navolgingen gaat. Dit gaat zelfs zo ver, dat men een Frans refrein aantreft dat elegant in een Vlaams liefdeslied ingelast is:
Gaat zeggen tot mijn beminde: Ik kom terstond by heur.
Pourtant que je suis brunette, Viverai-je en langueur!
In het algemeen is het Vlaamse lied, zowel inzake tekst als melodie, verwant met het Duitse Lied, hoewel wij het vaak voor inheems houden; omgekeerd blijkt ook dat sommige liederen verspreid in Nederland, Duitsland enz. waarschijnlijk in Vlaanderen ontstaan zijn. Wallonië, daarentegen, deelt rechtstreeks het repertoire van de Franse gebieden, en bijgevolg ook zijn expansiekracht sedert de renaissance. (...)
De genres.
(...) Onder 'nationale liederen' verstaan wij niet de Brabançonne, die het 'vaderlands lied' is, maar de nationale gezangen die eigen zijn aan elk van onze twee rassen [sic]. De Walen hebben nog geen gemeenschappelijk gedeelde zang, want de pogingen die daartoe aangewend zijn hebben geen succes gehad. In Vlaanderen heeft de Leeuw van Vlaanderen [sic], van Charles Miry, min of meer deze status verworven. (blz. 307)