Pages

29 June 2013

De vrijzinnigheid in Vlaanderen (3)

Allen in koor: Leve België! Leve de monarchie!

Op 25 mei 1958 werd van de Westvlaamse kansels een herderlijk schrijven voorgelezen waarin de bisschop zijn kudde voorhield dat stemmen voor de Volksunie een zware zonde was. Op 18 juli 2000 kreeg de vrijzinnige kudde via Humo (onafhankelijk weekblad voor radio en televisie) een analoge aanmaning over zich heen namens de Unie van Vrijzinnige Verenigingen.





De vrijzinnige Kop van Jut was —en is— die van het hele Belgische establishment: het Vlaams Blok, verketterd als extreem-rechts, racistisch en populistisch. (Elk van die epitheta is voor uitvoerige discussie vatbaar.) Het nep-syllogisme achter het herderlijk schrijven in Humo is blijkbaar: 

Wij zijn tegen het VB.
Het VB is tegen de koning.
Ergo, wij zijn voor de koning.

Die 'wij' is: de knarsetandende top van de Unie van Vrijzinnige Verenigingen. Op de basis van die verenigingen blijkt de geviseerde partij namelijk een grote aantrekkingskracht uit te oefenen, die we hieronder cijfermatig analyseren. De kop geeft meteen de conclusie weer.


Vrijzinnigen stemmen (nog altijd) 'Vlaamser' 
en meer voor VB dan anderen


De gegevens worden ons geleverd door de Leuvense professor Jaak Billiet en zijn ISPO (Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek). Zijn artikel Stabiliteit en verandering in de relatie tussen kerkelijkheid, lidmaatschap van sociale organisaties en stemgedrag in de periode 1991-2010 verscheen in het huldeboek van Ignace Glorieux, Jessy Siongers & Wendy Smits (eds.), Mark Elchardus, Cultuursociologie buiten de lijnen (Lannoo Tielt 2012), pp. 77-100. Het artikel bevat storende zetfouten en was ook inhoudelijk voor verbetering vatbaar. Het verscheen als bijgewerkt 'onderzoeksverslag' in februari 2013. (Hier in te kijken; op de derde bladzijde staan de correcties en wijzigingen aangegeven. Onze verwijzingen verderop zijn steeds naar de tweede versie, ook al nemen we de afbeeldingen uit de eerste.)

Het is uiteraard niet gemakkelijk 'opinies' en 'gedragingen' te catalogeren, en de benamingen blijken in de opeenvolgende onderzoeken ook te veranderen. De drie gradaties van 'katholiek' (kern, modaal, marginaal) worden redelijk goed gedefinieerd, maar van 'vrijzinnig' heb ik vruchteloos de definitie gezocht.

In Godsdienst in Vlaanderen van Jaak Billiet en Karel Dobbelaere (Davidsfonds Leuven, 1976) is 'vrijzinnig' nog gewoon 'niet katholiek'. (Tabel 9, blz. 65: vrijzinnigen + marginale katholieken + onregelmatig praktiserenden + kerksen = 100%).

In Tabel 4 (blz. 15) van Stabiliteit en verandering wordt, naast de drie soorten 'katholieken' en de 'vrijzinnigen', ook een kolom uitgetrokken voor 'geen (godsdienst)'. In de commentaar bij die tabel (blz. 16) worden genoemd: modale katholieken, kernkatholieken, randkerkelijken, 'degenen die niet behoren tot een godsdienstige groepering' en 'degenen die zichzelf vrijzinnig noemen'. Het lijkt er dus op dat de ondervraagden zich 'vrijzinnig' konden noemen (naast, b.v., 'katholiek' of 'jood') en dat 'geen' diegenen groepeert die zich tot geen enkele godsdienst en evenmin tot de vrijzinnigheid (de 'vrijzinnige kerk' uit de karikaturen) bekennen. In Figuur 2 (blz.7) vinden we dan weer 'geen kerk/vrijzinnig' als één klasse naast de drie soorten 'katholiek':


Ook wij groeperen vanaf nu de twee soorten niet-katholiek ('lid van de vrijzinnigheid' en 'zonder godsdienst') onder één naam, nl. 'vrijzinnig', en de drie soorten 'katholiek' versmelten we tot  'katholiek'. (De 'andere godsdiensten' komen in de tabellen niet voor omdat de aantallen naar verluidt te gering zijn. Men moet Nostradamus niet zijn om te voorzien dat dit snel anders zal worden.)

Uit Tabel 1 (blz.6)


leren we dat de verdeling voor Vlaanderen vandaag is:

70,7% katholiek - 25,9% vrijzinnig - 3,4% andere godsdienst.
of
74% godsdienstig - 26% vrijzinnig.

Het is in vrijzinnige kringen bon ton de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, die eerbaar verzet tegen culturele verdrukking en koloniale uitbuiting is, als 'nationalisme' af te doen —'eng' nationalisme wel te verstaan, niet het reactionaire Belgisch nationalisme, dat de zegen van het establishment heeft. We kijken daarom in het bijzonder naar de aantrekkingskracht van partijen met een 'Vlaams' programma. De cijfers vinden we door in Tabel 4 (blz. 15) de afzonderlijke probabiliteiten te combineren. Voorbeeld: een 'katholieke' stem voor VB in 2010 heeft een waarschijnlijkheid van (0,133+0,091+0,133)/3=0,119.


Als de cijfers kloppen is er geen ontkomen aan: 'Vlaamse' partijen, in het bijzonder VB, trekken vrijzinnigen meer aan dan anderen. 

Goede en slechte vrijzinnigen

De officiële vrijzinnigheid zit met de bovenstaande vaststellingen enigszins in haar maag. Gelukkig is er een uitweg gevonden door de definities aan te passen. Het gaat nu als volgt:
  1. Een vrijzinnige die op slechte partijen stemt is een slechte vrijzinnige. 
  2.  Een goede vrijzinnige noemen we ook een vrijzinnig humanist.
Niet vergeten dus! De Unie van Vrijzinnige Verenigingen is geen unie van vrijzinnige verenigingen, maar van vrijzinnig-humanistische verenigingen!

De aantrekkingskracht van VB op 'enge' vrijzinnigen is anders niet moeilijk te verklaren. Zijn beiden (met weglating van al de rest) niet tegen de islam? Eindelijk eens een syllogisme dat wél klopt: de vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden!

(Wordt hier vervolgd)



26 June 2013

De vrijzinnigheid in Vlaanderen (2)

De 'vrijzinnigheid' in Vlaanderen is gehuld in wazige terminologie. Afgaande op de etymologie kan ieder zinnig mens zich 'vrijzinnig' (vrij van zin) en 'humanistisch' noemen, want behoren christenen als Erasmus en de heilige Thomas More niet tot de boegbeelden van het humanisme?



Deze fletse benamingen zijn er van in het begin bij geweest, zoals het Nederlandse 'Humanistisch Verbond' uit 1946 getuigt. Dat is er bepaald niet beter op geworden door het recuperatieproces dat het belgische 'humanisme' in het regime ingekapseld heeft. Ont-profilering en 'respect' voor alles en nog wat (in het bijzonder niet-europese culturen en waarden) zijn de politiek-correcte ordewoorden. De 'vrijzinnig humanisten' moet men nu zoeken onder de koepelbenaming 'De Mens Nu' (op het internet: demens.nu, waarin een veronrustend Latijns adjectief opduikt). Het is moeilijk iets te bedenken dat nóg minder zegt.

Laten wij proberen uit de zeer waterachtige vrijzinnige bouillon van vandaag de schaarse voedingsstoffen alsnog te destilleren. Wij citeren daartoe het onovertroffen Woordenboek der Nederlandsche Taal.

vrijzinnig. In Vlaanderen vooral met de betekenis: ongelovig*, ondogmatisch, antiklericaal***, onkerkelijk.
     *ongelovig.  Ongodsdienstig in 't algemeen, aan generlei openbaring** gelovend.
  **openbaring. Het mededelen aan de mens van (bovennatuurlijke) waarheden, die hem te voren niet bekend waren.
***klericaal. De invloed der geestelijkheid of van de godsdienst op het staatkundig leven voorstaande.
Eindelijk krachtige taal en mededelingen met inhoud. Als we de verklaringen van het WNT aaneenschakelen vinden we de volgende definitie van wat in Vlaanderen een 'vrijzinnige' is. 
Een vrijzinnige is iemand die niet aan bovennatuurlijke waarheden gelooft en die tegen de invloed van de godsdienst op het openbaar leven is.

De lekenstaat

In 'Humanisme Vandaag' begint 'Hoofdstuk 3. Gemeenschap en recht' (blz. 37) als volgt
Op maatschappelijk vlak is het uiteindelijk doel van de humanistische beweging een democratisch systeem van vrije en mondige burgers, die zoveel mogelijk zelf hun eigen weg uitstippelen. Daartoe dringen zich dadelijk twee maatregelen op: de realisering van de lekenstaat en de humanisering van de politieke, economische en sociale structuur.
Het is duidelijk dat het beheer en de organisatie van de staat moet geschieden buiten elke godsdienstige bemoeinis om. In Vlaanderen betekent dat concreet dat de rooms-katholieke kerk volledig naar de private sfeer wordt teruggedrongen, dat er een ernstige en rechtvaardige wetgeving op de erediensten komt en dat de invloed van de geloofsleer op het onderwijs wordt tegengegaan.
 In enkele zinnen dalen wij bliksemsnel af van nietszeggend geronk over democratie naar de 'lekenstaat' en vandaar naar het 'terugdringen van het katholicisme naar de private sfeer'. Dat die stappen zich 'dadelijk opdringen' en 'duidelijk' zijn bewijst dat zij tot de kerngedachten van het 'vrijzinnig humanisme' behoren, hoewel zij maar zelden zo herkenbaar uitgesproken worden.

De 'lekenstaat'! De brave pater Schillebeeckx heeft het erover in 'Dogmatiek van ambt en lekestaat' (Tijdschrift voor Theologie 2, 1962), maar daar betekent het: de status van 'leek', zijnde iemand die niet tot de clerus behoort. In die betekenis gebruikt het Frans het woord laïc. Daarnaast is er ook laïque, en de Vlaamse vrijzinnige 'lekenstaat' is klaarblijkelijk bedoeld als vertaling van de Franse état laïque. Voor laïque geeft Centre National de Ressources Textuelles et Lexicales (hier de hele bladzijde) als betekenis
Qui s'oppose, qui est hostile à toute influence, à toute emprise de l'Église et du clergé sur la vie intellectuelle et morale, sur les institutions, les services publics. 
De 'lekenstaat' waar de vrijzinnigheid blijkt naar te streven is dus de incarnatie van het tweede luik van de definitie van WNT: de godsdienst uit het openbaar leven naar de private sfeer terugdringen. Ik ben zo vrij geweest 'katholicisme' te vervangen door 'godsdienst' in het algemeen, want vandaag is met name de islam een veel groter probleem. Ook in 1987, toen enkel het 'katholicisme' als vijand van 'Humanisme Vandaag' genoemd werd, had een eenvoudige extrapolatie van cijfers volstaan om de dreiging van de islam te onderkennen.

Met enige nostalgische vertedering dus:

Schattig toch? Waar is de tijd!

(Wordt hier vervolgd.)



24 June 2013

Ramanujan en de kwadratuur van de cirkel

De kwadratuur van de cirkel is het volgende vraagstuk van vlakke meetkunde: construeer, door een eindig aantal keer passer en liniaal te gebruiken, een vierkant waarvan de oppervlakte gelijk is aan de oppervlakte van een gegeven cirkel. Er zijn dus maar 3 bewerkingen toegestaan: (1) een rechte tekenen door twee punten (2) een cirkel tekenen met een bepaald middelpunt en door een ander punt (3) snijpunten bepalen van rechten en cirkels.

Na enkele millennia vruchteloos zoeken kwam in 1882 het verlossende antwoord, want toen verscheen het bewijs dat het vraagstuk geen oplossing heeft (F. Lindemann, Über die Zahl π, Math.Ann. 20 (1882) 213-225). Men kan dus enkel vierkanten construeren die bij benadering even groot zijn als een gegeven cirkel. Veel van die constructies zijn bekend. In 1914 gaf ook het Indisch wiskundewonder Ramanujan er en passant twee (S. Ramanujan, Modular equations and approximations of π, Quart.J.Math. 45 (1914) 350-372. De twee bladzijden die daarover gaan staan hier.) Vooral de tweede daarvan is merkwaardig. Zij is gebaseerd op het numerieke feit dat


Deze benadering van π, waarvan Ramanujan schrijft dat hij ze 'empirisch' gevonden heeft, heeft acht cijfers na de komma correct, en dan een 2 waar π een 3 heeft; de fout is dus kleiner dan 2 miljardsten. De constructie van Ramanujan levert de volgende figuur op.


De volgorde van de letters (O,A,B,...,P) is die van de bewerkingen. De constructie verklaart zichzelf, want evenwijdigen, loodlijnen, halve cirkels e.d. zijn zeer herkenbaar. Men moet wel weten dat AD=CE=EF=R/3 en dat OK=KL=LM, want dit is in de constructie niet uitgewerkt (zoals andere elementaire stappen dat ook niet zijn). De constructie helemaal toegelicht en bewezen vindt men hier. Alles is zeer elementair. 







20 June 2013

De vrijzinnigheid in Vlaanderen (1)


Het Humanistisch Verbond werd in Nederland opgericht in 1946, op initatief van Jaap van Praag, Garmt Stuiveling en Jan Brandt Corstius.

In Vlaanderen zag een gelijknamige vereniging in december 1951 het licht, toen zij in Antwerpen werd gesticht door Karel Cuypers, William De Coster, Ary Delen, Robert Dille, Gaston Bouckaert, Jan Broeckx, Lucien De Coninck, Louis Hebbelynck, Reimond Herreman en Leon Voet. De statuten van de v.z.w. verschenen in het Belgisch Staatsblad (bijlagen) dd. 12.01.1952, nr 31, blz. 12-13, met wijzigingen gepubliceerd dd. 14.2.1959, nr. 581, blz. 221-222 (beide hier).




 










In januari 1956 verscheen het eerste nummer van het maandblad Het Vrije Woord. Aanvankelijk was dit de weerslag van de radiouitzendingen, dan van de uitzendingen op radio én TV, en vanaf nr. 19-20, 15 december 1958, staat er 'orgaan van het Humanistisch Verbond' op. Noch in het het eerste nummer noch in het eerste nummer als officieel 'orgaan' is enige 'princiepsverklaring' aan te treffen. Die heb ik overgenomen (hier de weergave) van een getypt A4-doorslagje, welwillend ter beschikking gesteld door Vrijzinnig Studie-, Archief- en Documentatiecentrum Karel Cuypers (Archieven HV,  documenten Robert Dille). 


Doelstellingen 1950


Als doelstellingen van het HV (wat het 'nastreeft' of 'betracht') worden er twee genoemd. De eerste, een ruime verstandhouding in een gelukkige, harmonische en sociaal evenwichtige samenleving vinden we, anders en korter geformuleerd, ook in het Staatsblad. Deze wollige doelstelling zegt totaal niets zonder de specificatie dat dit doel nagestreefd wordt onafhankelijk van elke politieke en kerkelijke organisatie. Aan de terminologie te zien dachten de initiatiefnemers hierbij aan christelijke kerken en allicht in hoofdzaak aan de katholieke kerk, toentertijd zeer zichtbaar als grote macht in Vlaanderen. De joodse godsdienst zou men immers geen 'kerk' noemen, en in 1950 kon niemand vermoeden (het ís ook hallucinant) dat een primitieve Arabische woestijngodsdienst een factor van betekenis zou zijn in het West-europa van de 21ste eeuw. We zullen de pastoorsversie van 1950 dus maar wat verruimen, en lezen 'onafhankelijk van elke politieke en godsdienstige organisatie'. Deze eerste doelstelling is onmiskenbaar een keuze voor een eigen zuil, a-politiek en a-godsdienstig, in coëxistentie met de bestaande. 

De tweede doelstelling, de erkenning van de waarheid langs de weg van het vrij onderzoek, heeft het Staatsblad niét gehaald. Zij krijgt pas enige specifieke inhoud door het vermelden van de mens als schepper en drager van morele waarden. Het standpunt 'de mens is de schepper van de moraal' is immers a-godsdienstig. (Wat met hen die menen dat de 'menselijke' moraal een overlevingsstrategie binnen de biologische evolutie is?)

Samengevat: een eigen zuil, gebaseerd op een niet-godsdienstige moraal.  


Doelstellingen 1985



Dit boekje (138 bladzijden, uitgeverij Epo, 1987) is een collectief werk, waarvoor 128 'bereidwillige medewerkers', waaronder Jaap Kruithof en Etienne Vermeersch, met name bedankt worden. Het begint met een plechtige Beginselverklaring van het Humanistisch Verbond (aangepast door de Algemene Vergadering in 1985) (hier gereproduceerd). De derde paragraaf ('Het HV richt zijn streven naar') bevat de doelstellingen, drie in getal. Ze zijn zo wollig geformuleerd dat men zich niet kan voorstellen dat iemand er niét zou naar streven. Het Vlaams 'humanisme' is er blijkbaar voor iedereen, en dus voor niemand in het bijzonder. 

De eigen a-politieke a-godsdienstige zuil kan men niet meer als streefdoel onderkennen. Door het 'Cultuurpact' van 1973 was de vrijzinnige levensopvatting immers al een gesubsidieerde zuil gewórden, om niet te zeggen een 'gesteld lichaam', gerecupereerd door het Belgische establishment. De zure opmerking 'dat de vrijzinnig humanistische beweging momenteel noodgedwongen aan de verzuiling moet meedoen' (Humanisme Vandaag, blz. 58) klinkt bepaald eigenaardig, want in 1950 leek men uitgerekend dàt voor te staan.

De officiële opstelling van het vrijzinnig humanisme, zoals die uit de documenten van 1950 en 1985 blijkt, getuigt van een grote fletsheid, en gelijk welke kwezel of geitewollen sok kan de ronkende 'universele' doelstellingen van 1985 onderschrijven. Men vraagt zich af waarom de godsdiensthandboeken van het katholiek middelbaar onderwijs uit de jaren zestig het nodig vonden tegen die welwillende beweging te waarschuwen. 

(Wordt hier vervolgd)

  
 



14 June 2013

Les communistes contre l'immigration






Citations

J'approuve son refus [du maire communiste de Vitry] de laisser s'accroître dans sa commune le nombre, déjà élevé, de travailleurs immigrés. 

La présence en France de près de quatre millions et demi de travailleurs immigrés et de membres de leurs familles, la poursuite de l'immigration posent aujourd'hui de graves problèmes.

Certains (...) prétendent que l'immigration massive de travailleurs est une nécessité, voire un bienfait du monde contemporain. Non, (...)

Il faut arrêter l'immigration, sous peine de jeter de nouveaux travailleurs au chômage.

Il faut stopper l'immigration officielle et clandestine, (...)

Il faut une coopération fondée (...) sur des rapports équitables correspondant en priorité aux besoins d'emploi et de développement de la France et des peuples du tiers monde. 

Il faut résoudre d'importants problèmes posés dans la vie locale française par l'immigration.

Ainsi se trouvent entassés dans ce qu'il faut bien appeler des ghettos, des travailleurs et des familles aux traditions, aux langues, aux façons de vivre différentes. Cela crée des tensions, et parfois des heurts entre immigrés des divers pays. Cela rend difficiles leurs relations avec les Français. 

Quand la concentration devient très importante (...) la crise du logement s'aggrave ; les HLM font cruellement défaut et de nombreuses familles françaises ne peuvent y accéder. Les charges d'aide sociale nécessaire pour les familles immigrées plongées dans la misère deviennent insupportables pour les budgets des communes peuplées d'ouvriers et d'employés. L'enseignement est incapable de faire face et les retards scolaires augmentent chez les enfants, tant immigrés que français. Les dépenses de santé s'élèvent.

La cote d'alerte est atteinte : il n'est plus possible de trouver des solutions suffisantes si on ne met pas fin à la situation intolérable (...).

(Georges Marchais, secrétaire général du Parti Communiste français, dans une lettre ouverte, publiée dans « l’Humanité » le 6 janvier 1981, adressée à M. Hamza Boubakeur, recteur de la Mosquée de Paris. Texte intégral ici, reproduction ici.)




10 June 2013

Salvatore Satta, De dag des oordeels






Deze roman verscheen in het Italiaans als Il giorno del giudizio, in 1977, en in Nederlandse vertaling in 1982. De auteur, een bekend jurist, was al in 1975 gestorven, en het manuscript is tussen zijn papieren aangetroffen. Het verhaal is sterk autobiografisch, en speelt zich op Sardinië af; in zekere zin is Sardinië, meer bepaald de stad Nuoro, een van de hoofdpersonages. De uitgave in het Italiaans is dan ook niet vanzelfsprekend. Op Sardinië spreekt men Sardijns, en Italiaans is er een vreemde taal waarmee men een sterke sociale distinctie tot uiting brengt.

Ik vind het een zeer goed boek. Het is zeer los opgebouwd, losse eindjes en herhalingen inbegrepen. Zonder enige typografische afscheiding komt af en toe ook de auteur in de ik-vorm tussen, met commentaar op zijn schrijfsel of zijn gezondheid. Daarin deed het mij aan de grote Céline van de  'Duitse trilogie' denken, natuurlijk zonder diens overrompelende stijl. Veel van de geschetste taferelen en personen zijn erg beklijvend.

Het boek is onafgewerkt gebleven, iets waarvan de auteur af en toe een voorgevoel te kennen geeft. Het 'Deel II' bestaat maar uit één enkele bladzijde, die als volgt begint.

Na maanden vat ik dit verhaal waaraan ik misschien nooit had moeten beginnen, weer op. Ik word snel ouder en voel dat ik mezelf een treurig einde bereid, omdat ik me niet aan de eerste voorwaarde voor een goede dood, vergetelheid, heb gehouden.
 De vertaling, van Frida De Matteis-Vogels, is zeer goed. Af en toe wat foute geslachten, maar men kan niet het onmogelijke verwachten. 'Meebrengen' wordt nog (we zijn in 1982) correct gebruikt, en is nergens vervangen door zijn tegendeel 'meenemen'. Ook van de dwangneurose om overal 'plek' te zeggen waar 'plaats' hoort is nog niets te merken.

Al bijproduct van mijn lectuur heb ik geleerd dat de 'sardana' die iedereen voor een typisch Catalaanse dans houdt eigenlijk uit Sardinië stamt, en om die reden zo heet. Sardinië is in de loop van zijn geschiedenis door ongeveer iedereen wel eens bezet geweest, en ook de Catalanen zijn daar gepasseerd. Vanaf dan, en niet eerder, is de 'sardana' een 'typisch Catalaanse' dans.




Toevoeging 17 juni 2015. Ik heb de roman net herlezen, en heb aan het bovenstaande eigenlijk niets toe te voegen. De Italiaanse tekst is kritisch uitgegeven, en staat hier integraal als pdf. De tekst, in elk geval de volgorde van de tekst, lijkt anders dan de Nederlandse vertaling. Het Deel II is in het origineel veel langer dan de ene bladzijde in de vertaling (die juist daardoor extra indrukwekkend was).

Op het internet kan men de cruciale locaties terugvinden. Hier de hoofdkerk (met de Latijnse spreuk die ook de geleerdste pastoors niet konden vertalen):


en dit is café Tettamanzi:


Caffè Tettamanzi, Corso Garibaldi 71, 08100 Nuoro heeft zelfs, als het eerste het beste etablissement, een website en een facebookpagina.

*