07 April 2021

Forsyth — Zinneman: the day of the Jackal, de dag van de Jakhals

De roman The Day of The Jackal van Frederick Forsyth verscheen in 1971, er werd in 1973 verfilmd door Fred Zinneman. Het is een relaas van een aanslag op de Gaulle, in 1963, door een huurmoordenaar in dienst van de OAS. Deze aanslag is fictief, hoewel er genoeg echte aanslagen van de OAS op de Gaulle geweest zijn. De vruchteloos geviseerde president is uiteindelijk als een gewone bourgeois thuis overleden, 1 jaar voor het boek uitkwam.

De film, al vaak bekeken, is schitterend en sedert kort weet ik dat het boek het eveneens is. Ik heb de Nederlandse vertaling gelezen, met de Engelse tekst bij de hand voor herinterpretatie van de vertaalfouten.


De DVD geeft, met Le chacal, de foute indruk dat het een Franse film is. Dat zou logisch geweest zijn, maar het is wel degelijk een Amerikaanse film waarin iedereen Engels spreekt. Dat is, gelet op de Franse context, nogal kunstmatig. 

Lebel (Michael Lonsdale) opent de jacht
op de valse verdachte Calthrop

Het boek laat toe een aantal duistere punten uit de film beter te begrijpen. De verwijzingen verderop zijn naar de bladzijden in de Nederlandse tekst. Nodeloos te zeggen dat onze toelichting vol spoilers zit.

De Jakhals. De huurmoordenaar is een Engelsman, waarvan de echte naam nooit bekend wordt. Lichtblond, grijze ogen, 1m83 lang (p.335). Woont in een flat in de Londense wijk Mayfair en spreekt bijna accentloos Frans. Heeft die taal misschien geleerd in het Katanga van Tsjombe, dat bestond van 1960 tot 15 januari 1963. Uit Katanga kent hij Louis uit Brussel (p.85), die hem doorverwijst naar de wapensmid Paul Goossens en de vervalser, beiden eveneens in Brussel. Heeft in Egypte een huurmoord uitgevoerd in opdracht van een joodse miljonair, en keert daarvan op 15 maart 1963 terug met de vlucht Beiroet-Londen (p.37).

Charles Calthrop. De speurders associëren de Jakhals onterecht met de moord op Trujillo (30 mei 1961, Santo Domingo) en met die moord wordt op zijn beurt onterecht, op grond van een vaag gerucht, geassocieerd: Charles Calthrop, die daar en toen actief was namens een Engelse wapenfirma. Hij heeft dat land illegaal moeten verlaten na de moord en de daarop volgende staatsgreep, en is toevallig op vakantie in Schotland als men hem in Londen zoekt. De gecombineerde lettergrepen CHA-CAL van zijn voornaam en familienaam zetten de politie op een vals spoor. Hij is kleiner dan de Jakhals (p.335), kent niets van wapens (p.309), zijn foto wordt niet door getuigen herkend (p.330) en na zijn vakantie komt hij gewoon thuis. Kortom, hij heeft met de hele zaak niets te maken, hoewel speurders en politici zich lange tijd in hem vastbijten. Het eerste echte spoor komt via de aanvraag van een vals identiteitsdocument op naam van iemand die al lang overleden is.

Links Calthrop, rechts de Jackal, die in het echt een Fox is (met name: Edward Fox) 

Tijdschema. De Jakhals heeft al snel als dag van de aanslag vastgelegd: 25 augustus (1963 dus), dag van de grootse jaarlijkse herdenking van de bevrijding van Parijs in 1944. Het openbaar optreden van De Gaulle op die feestdag ligt immers op voorhand al volledig vast. Hieronder de verplaatsingen van de Jakhals.

  • 15 juni: vliegtuig Londen-Wenen (p.52). Aanvaardt de opdracht van de OAS. De OAS-lijfwacht (later in de val gelokt en hardhandig aan de praat gebracht) vangt toevallig de naam “Chacal” op.
  • 16 juni: vliegtuig Wenen-Londen (p.65). In Londen ontvreemdt hij de papieren van twee mensen die goed op hem lijken: de Deense dominee Per Jensen en de Amerikaanse student Marty Schulberg. Hij vraagt en krijgt valse identiteitspapieren op naam van Alexander Huggan.
  • 19 juli: Vliegtuig Londen-Copenhagen (p.81). Aankoop van Deens materiaal.
  • 20 juli: Vliegtuig Copenhagen-Brussel (p.81). Bestelt in Brussel een speciaal ontworpen geweer bij Paul Goossens (21 juli, 12u, p.85) en valse papieren, waaronder ook een heel speciaal, bij iemand anders.
  • 22 juli: trein Brussel-Parijs (p.101). Prospectie van de plaats van aanslag, diverse aankopen.
  • 31 juli: Trein Parijs-Brussel (p.121). Ophalen en testen van het geweer. Ophalen van de papieren en moord op de chanterende vervalser.
  • 6 augustus: vliegtuig Brussel-Londen (p.169). Het geweer blijft in een bagagekluis in Brussel. Wacht in Londen op het bewijs van het overmaken van geld en een brief met het telefoonnummer van informant Valmy in Parijs.
  • 12 augustus: vliegtuig Londen-Brussel (p.251, 263). Haalt in Brussel het geweer op, verbergt het in de krukken, brengt gips aan om zijn enkel, om met krukken te kunnen reizen.
  • 12 augustus: vliegtuig Brussel-Milaan (p.265), met krukken. Monteert het gedemonteerd geweer onder het chassis van een Italiaanse huurauto.
  • 14 Augustus: met de auto Milaan-Cannes (11u) — Gap (nacht met barones Colette)
  • 15 Augustus: met de auto van Gap en, na verandering van kleur en van nummerbord, naar Ussel (aankomst 16 Augustus, 01:00)
  • 16 augustus: auto verborgen achtergelaten in de bossen van Egletons, lift naar kasteel van Haute Chalonnière. 
  • 21 augustus: met auto van barones (vermoord wegens ontmaskering door bagage) naar Tulle, trein Tulle-Parijs (p.386) als dominee Jensen.
  • 22 augustus: trekt ’s nachts als homo Marty Schulberg in bij Jules Bernard (op 23 augustus ’s middags vermoord wegens herkenning op TV)
  • 25 augustus: dag van de geplande aanslag.

Voor wie in het boek de dagen van de week wil volgen: 15 augustus was een donderdag.

Fouten in het boek (in het origineel evengoed als in de vertaling)

- De Jakhals vindt informatie in de krant van 18 juli (p.78), dan verlopen zeker vier dagen ("vier dagen later", p.81) voor hij naar Brussel vertrekt; hij kan daar dus niet op 21 juli zijn (p.85). 

- Forsyth schrijft het mislukken van de aanslag op 22 augustus 1962, waarmee het boek begint, toe aan het gebruik van een kalender van het jaar voordien. In dat ene jaar zou het invallen van de duisternis 25 minuten opgeschoven zijn, van 20:10 naar 20:35. In werkelijkheid is er op dat ene jaar maar 1 minuut verschil. Uit SkyViewCafe:



- In de nacht van 14 op 15 Augustus heeft de Jakhals een affaire met barones Colette, en toen het bijna middernacht was baadden de beboste hellingen in "een helder maanlicht", (p.340) waar de Jakhals trouwens op inpikt. In werkelijkheid was de maan al om 20:09 ondergegaan, en ze was overigens bijna nieuw, d.w.z. een smalle sikkel (overdag). Nogmaals uit SkyViewCafe:



De vertaler voegt nog enkele onbedoelde fouten toe, die we natuurlijk niet aan Forsyth moeten toeschrijven. "To calibrate" is niet "het kaliber kiezen" (wat geen zin heeft), maar "afstellen". En een politieman draagt geen machinegeweer (niet te tillen door 1 man) maar een machinepistool (submachine gun). En De Gaulle wordt niet gemist "op nog geen tien meter" (p.17), maar "op enkele centimeter" (a few inches). 


Logische fouten (of onduidelijkheden) in het boek.

  • waarom vermoordt de Jakhals de chanteur, in plaats van hem gewoon te betalen uit zijn grote geldvoorraad? Toegeven aan emotionele opwellingen is niets voor de zeer koele professional die hij is. Als de chanteur b.v. getrouwd is zal zijn verdwijning gauw bemerkt worden, en zal de politie de moordenaar onmiddellijk achterna zitten. De redenering die Forsyth aan de Jakhals toeschrijft is bovendien zeer gebrekkig: dat enkel zijn vrienden zouden merken dat hij niet meer in de kroeg kwam, maar het een tijdlang normaal zouden vinden; dat pas "na enige tijd" een onderzoek zou ingesteld worden; dat iemand die tot de studio doordrong (na eerst afgeschrikt te zijn door de gesloten deur) eerst alles zou moeten doorsnuffelen alvorens het lijk (N.B. in staat van ontbinding) in de koffer te vinden. Tja.
  • waarom kiest de Jakhals een Deense dominee als look-alike? Hij kent allicht geen Deens, moet een extra bezoek aan Copenhagen brengen voor de parafernalia, en beperkt de latere zoektocht tot "Deense dominees", waarvan er niet zo geweldig veel in Parijs rondlopen. Zodra hij een echte Deen tegen het lijf loopt valt hij door de mand!
  • waarom vliegt de Jakhals van Brussel naar Milaan, om vandaaruit naar Frankrijk te rijden? Het was toch zoveel gemakkelijker geweest om vanuit Brussel met een huurauto naar Parijs te rijden! Nu moet hij een extra vlucht maken en zijn wapen op het vliegtuig smokkelen. Het gipsverband dat daartoe nodig is maakt zijn verplaatsing bovendien uiterst opvallend. Iedereen zal zich het feit en zijn uiterlijk perfect herinneren!
Hier mag opgemerkt worden dat het boek niet zonder literaire verdiensten is. Het toeval speelt enkele keren een rol, soms ten gunste van de ene, dan van de andere partij. Het vals en lang gevolgd beginspoor CHA-CAL is een zeer mooie vondst. Ook zeer levensecht is de manier waarop uit de onsamenhangende woorden van de ondervraagde OAS'ser een essentiële kern gedestilleerd wordt, met aanvankelijk volledig fout genoteerde of geïnterpreteerde woorden: chacal als scheldwoord, bon in plaats van blond, en fâcheur in plaats van faucheur (p.193).

Logische fouten in de film.

  • De valse Deense dominee krijgt nog een typisch Zweedse naam op de koop toe, nl. Lundquist. (In het boek Jensen.)
  • De Jakhals keert bij zijn gelegenheidsliefje terug nadat zijn misdadige identiteit al publiek bekend geworden is, en daar is geen zinnige reden voor te bedenken. (In het boek dankt hij aan die affaire een onderduikadres van enkele dagen, en de moord gebeurt omdat hij door de mand valt.)
  • De Jakhals neemt bij de conciërge een afdruk van de sleutel, maar op de dag zelf neemt hij gewoon de echte sleutel. In het boek is geen sprake van die afdruk. Hij bezoekt ook vooraf de kamer vanwaaruit hij zal toeslaan, en bedenkt een ontsnappingsplan, dingen die in de film niet duidelijk gemaakt worden.
In de film zijn er minder verplaatsingen en minder valse identiteiten. De logische fout (van Brussel per vliegtuig naar Milaan en vandaar per auto naar Frankrijk) is eruit gehaald: wapens en papieren worden nu vervaardigd in Milaan. De loslippige topfunctionaris, via wiens liefje de Jakhals geïnformeerd wordt, pleegt zelfmoord, en dat lijkt een juistere uitweg dan de loutere ontslagbrief uit het boek. Anderzijds maakt de OAS-informante het wel heel ingewikkeld om hem aan de haak te slaan: hij had net zo goed zijn nek kunnen breken toen zijn paard panikeerde, of gewoon verder galopperen. (In het boek gebeurt die operatie rustig op restaurant.) Er wordt ook een overbodig verkeersongeluk ingelast, met de Jakhals als indommelende chauffeur — niet echt in de lijn van zijn professionele instelling. 




Het boek speelt zich, anders dan de film, gedeeltelijk in België af, en de Jakhals komt in Zeebrugge, Brugge, Gent, Brussel en de Ardennen. Twee restaurants worden met name genoemd: Siphon in Damme (foto hierboven) en (la maison du) Cygne in Brussel (foto hieronder).



Tot besluit nog twee frames uit de film. Eerst de wapensmid (een prachtige rol van Cyril Kusack) wanneer hij over het ontwerp van het geweer-in-de-krukken vol bewondering zegt: "Very, very remarkable. And so simple." (In het boek zelfs: "A conception of genius".)


En dit is het beeld als we net de klik van de overgehaalde trekker gehoord hebben: