Voorafgaande bemerking. Er zijn maar zeer weinig handschriften die met enige zekerheid kunnen gedateerd worden, en dat geldt evenzeer voor de verluchtingen. De data die men in de literatuur en op het internet aantreft moeten zeer argwanend benaderd worden, en elk daarvan zou een kritisch onderzoek op zich verdienen.
De verwijzingen zijn naar
[V] Hubert de Vries,
Wapens van de Nederlanden, Uitgeverij Jan Mets, Amsterdam, 1995
[VF] Théodore Veyrin-Forrer,
Précis d'Héraldique, Larousse 2004.
[W] Ernest Warlop,
"Oude Vlaenderen" en de Zwarte Leeuw op Gouden Veld, Miscellanea Archivistica XXVIII, Algemeen Rijksarchief, 1980, 5-52 (Integraal
hier.)
A. De zwarte leeuw
Voorbeeld 1. De heraldische voorstelling van dieren was aanvankelijk eenvoudig en
kwalitatief, met veel vrijheid om het afgebeelde dier, klimmend of gaand, aan de beschikbare
vorm aan te passen. De
heraldische leeuw had aanvankelijk geen tong of nagels, en zo
verschijnt de Vlaamse Leeuw in het Liber Additamentorum van Matthaeus Parisiensis (Matthew Paris), gedateerd rond 1250. (Laatste schild op dit folium.)
Voorbeeld 2. Nagels zijn eerder aan de heraldische leeuw toegevoegd dan de tong: Jusqu'au XIVe siècle, les animaux (même ceux dont la bouche était ouverte) étaient représentés sans langue [VF,100]. Warlop [W,44 e.v.] geeft verschillende voorbeelden van wapens en zegels waarop leeuwen voorkomen met klauwen maar zonder tong. Van dat type zijn ook de leeuwen in de Dering-wapenrol (1270-1280), hier te consulteren. Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen, komt niet in die rol voor, maar een van zijn zoons wel:
300. Baudewyn de Flandres:
Or, a lion rampant sable, a bordure indented gules.
De leeuw is geheel zwart.
Voorbeeld 3. In het z.g.
Psalter van Gwijde van Dampierre, vervaardigd tussen 1266 en 1275, komen de wapens voor van de graaf en van vier van zijn zoons. Uit minutieus onderzoek blijkt dat de leeuwen nauwelijks tong of klauwen vertonen, maar in elk geval
volkomen zwart zijn. [W, 41]
Voorbeeld 4. De miniatuur
hieronder stelt een ridder met de Vlaamse kleuren voor, in een ongunstige apocalyptische context.
(Cambrai, Bibliothèque municipale, ms. 0422 (0397 bis), f. 020, hier.)
Het
manuscript wordt gedateerd omstreeks 1260 en is vervaardigd voor de
priorij van Bethlehem, eertijds gevestigd in Herent (zie
hier).
Als die datering klopt, dan was Margaretha II van Constantinopel gravin
van Vlaanderen, en de ruiter kan onmogelijk Gwijde van Dampierre zijn, zoals vaak beweerd wordt.
(Zijn vader, Willem van Dampierre, was wel getrouwd met Margaretha.) De afbeelding is haarscherp en toont een volkomen zwarte leeuw.
Voorbeeld 5. De
Apocalyps van Cambrai behoort tot een familie van gelijkaardige
manuscripen, genoemd naar Metz en/of Lambeth. Hieronder de versie van de
Engelse
Lambeth Apocalypse, eveneens gedateerd 1260 (toelichting
hier).
Ook deze apocalyptische ruiter, in een Engels handschrift dit keer, draagt de Vlaamse Leeuw, volkomen zwart.
B. Een zwarte leeuw met rode nagels
Facebookvriend Filip Hooghe heeft informatie aangereikt waaruit blijkt dat rode details al in de
eerste jaren
van de veertiende eeuw aanwijsbaar zijn. Het betreft een Franse vertaling van een Latijns boek over de valkenj
acht, hier volledig doorbladerbaar.
Op folio 1v (eerste kolom vier regels van onder af) wordt gezegd
...
et entreprise a translater de latin en frencois a la requeste et a la
peticion de tres noble baron mon douz signor Iehan chevalier descendu de
tres noble lignie nei de sainte racine signor de Dampierre et de St
Disier et a le reverence de ma douce dame Ysabel dame de ces meismes
leus descendue de tres haute lignie de roys et a lonor de tres noble
damoisel Guillaume lor fil et a la grace de tres noble damoiselle
Jehanne de Woingnouri ma dame Ione.
Er worden
dus vier opdrachtgevers vernoemd, en dat zijn:
Jan van Dampierre en zijn vrouw Isabella van Brienne, verder hun zoon Willem
van Dampierre en diens vrouw Jeanne de Vignori.
Het is bekend dat deze Jan van Dampierre al overleden
was in 1307 [zie
hier, p.894], zodat het document van enkele jaren vroeger moet dateren.
Onderaan
folio 1r zien we twee personen (allicht de vertaler en de miniaturist)
instructies ontvangen van een opdrachtgever wiens wapen onderaan is
opgehangen.
De beide schilden zijn identiek. Inzoomend op het best bewaarde (rechts) zien we:
Behalve
de barensteel en de kroon zijn ook de klauwen van de leeuw onmiskenbaar
rood. Er is geen rode tong te bemerken. De roodgekroonde leeuw is de leeuw van Namen, een 'breuk' (heraldische differentiatie tussen verwanten) met de leeuw van Vlaanderen. Onrechtstreeks zien we dus een verwijzing naar een leeuw van Vlaanderen met rode klauwen. Men kan uit dit specifieke wapen wel niets besluiten over het wapen van de graaf van Vlaanderen. Het is niet omdat zijn neef snel inpikte op een heraldische modetrend, dat de graaf zelf dat ook deed. De eerste waarvoor dat aantoonbaar het geval is is Lodewijk van Male, graaf geworden in 1346, maar niets sluit uit dat voorgangers van hem het ook deden zonder dat de sporen daarvan ons bereikt hebben.
C. De zwarte leeuw met rode tong en nagels (en witte tanden)
In [V,81] vinden we over het wapen van de hertog van Brabant:
Ten
slotte werd in de veertiende eeuw het wapen verder ontwikkeld door,
naar de mode van de tijd, de tong en nagels rood te kleuren
Voor de analoge evolutie van het wapen van de graaf van Vlaanderen wordt zelfs specifiekere informatie verstrekt:
In deze tijd [de tijd van Lodewijk van Male] krijgt de leeuw van het schild ook een rode tong en klauwen [V,172].
Ook Warlop schrijft
Pas omstreeks het midden van de 14de eeuw geven de wapenherauten aan deze zwarte leeuw [van Vlaanderen] een rode tong en rode klauwen. [W,42]
Aldus uitgedost maakt de Vlaamse leeuw zijn opwachting in de wapenboeken van Bellenville (ca 1365, hier te doorbladeren) en van Gelre (begonnen ca 1370). Strikt genomen moet men ook de kleur 'wit' vermelden, gebruikt in de tanden en in de klauwen.
|
Armorial Bellenville, folio 79: geel, zwart, rood en wit. |
Ook de miniaturisten (die doorgaans los omspringen met heraldiek) blijken omstreeks die tijd over te schakelen op rode details in het wapen van Vlaanderen. Van enige systematiek is evenwel geen sprake.
In
Tres Tractatus van Gilles li Muisis
(Rijksarchief Kortrijk, hier te doorbladeren), gemaakt omstreeks 1350, telde Warlop [W,44-45] drie volledig zwarte leeuwen en vijf met rode details.
In
Nuova Cronica van Giovanni Villani
(hier te doorbladeren) is de
Leeuw doorgaans geheel zwart (folio 158v, 170r, 171v, 173v, 182r,
183r, 183v,184r), maar hij heeft op twee plaatsen een rode tong en klauwen
(158v, 172r). Enige logica lijkt er in die variatie niet te zitten.
Op folio 172r zijn de rode details op het vaandel te zien, maar niet op
de schilden:
en in analoge situatie op folio 171v ontbreken ze overal:
Dezelfde inconsistenties kan men ook vaststellen in de
Codex Balduini Trevirensis (
hier in een heruitgave uit 1881 te doorbladeren), gedateerd rond 1340. De Vlaamse Leeuw is er vaak te zien omdat sommige deelnemers aan die veldtocht in Italië een wapen hadden dat een breuk was met de Vlaamse Leeuw. De miniaturist voorziet de zwarte leeuw sporadisch eens van een rode tong, maar absoluut zonder enige systematiek. Hieronder ziet men het wapen van Hendrik van Vlaanderen (met een rood-wit geblokte schuinbalk) op het vaandel mét en op het schild zónder rode tong. Rode klauwen zijn nergens aangebracht.
D. De retroactieve zwarte leeuw
Lang nadat de leeuw al heraldisch gecodificeerd was met rode tong en nagels treft men hem nog volledig zwart aan. Dat is met name, en niet onterecht, het geval voor afbeeldingen die in de tijd van de guldensporenslag gesitueerd worden. Voorts blijkt in Vlaamse kringen een zekere afkeer te bestaan voor een leeuw die door zijn rode attributen de Belgische kleuren etaleert. De Belgische kleuren gaan overigens terug op de Brabantse leeuw: een gele leeuw op zwart veld, mettertijd (in dezelfde tijd als zijn Vlaamse confrater) voorzien van modieuze rode details.
Maar ook lang vóór België (en ná Lodewijk van Male) vindt men het Vlaamse wapen als 'een zwarte leeuw op een gouden veld' zonder enig rood.
Dat is bijvoorbeeld het
geval, en systematisch het geval, in de Flandria Illustrata van 1641 (hier geheel te doorbladeren).
P.S. Mijn eigen exemplaar van de leeuwenvlag heb ik
hier gekocht. Mijn leeuw heeft rode attributen, omdat ik dat mooier vind dan een volledig zwarte, die op mij altijd een zeer 'vlakke' indruk maakt. Hij is vrij van de witte opmaak waar ik een hekel aan heb. Voor het overige zie ik 'met' of 'zonder' rood als een kwestie van louter mode en smaak. Ik kan mij niet voorstellen dat men heraldisch een 'breuk' baseert op de kleur van de tong en de klauwen, net zomin als op het al dan niet aanwezig zijn van witte tanden. Men mag van mij vinden dat 'Casablanca' zwart-wit moet blijven, maar men kan evengoed menen dat de film beter is in kleur, en dat men de film in kleur zou gemaakt hebben als men daar toen de middelen voor had gehad.
|
Casablanca (origineel) |
|
Casablanca (ingekleurd) |
Toegevoegd 11 augustus 2024.
David Littlejohn,
Foreign Legions of the Third Reich Vol. 2: Belgium, Great Britain, Holland, Italy and Spain, 1987 (
hier) vernoemt op blz. 62:
Dit mouwschildje van het Vlaamse NSKK vertoont onmiskenbaar een leeuw met rode tong en klauwen. Aan militaria-verzamelaars wordt dit collector's item als volgt aangeboden:
Het is verrassend dat men deze Vlaamse Leeuw met rode attributen uitgerekend aan het Oostfront aantreft.