Bijzonderheden over JBB vindt men hier. In 1933 verschenen, in 2 banden, de delen I-II-III-IV van een groots opgezette cyclus, genaamd Jan Herbert Mac Donald. In het pseudoniem van de auteur, J.B. van Rode, herkent men zonder moeite J.B. Bomans, die toen op Berkenrode woonde. Uit de werfboodschap achteraan het eerste volume blijkt dat de cyclus was begroot op tien delen, en zou lopen van 1913 tot 2033, een eeuw na de eerste pennetrek.
Laatste bladzijde van volume 1 (na deel II) |
Het jaar nadien, 1934, verscheen deel V en werden de delen VI-VII, die al bij de drukker waren, door de auteur teruggetrokken. Er was politiek tumult ontstaan in zijn Katholieke Volkspartij, die vond dat de auteur (ondertussen geïdentificeerd) te ver gegaan was in zijn kritiek op de parlementaire democratie en de monarchie.
Laatste bladzijde van volume 2 (na deel IV) |
Laatste blz. van deel V |
Dit zijn de vijf delen, in drie volumes, die daadwerkelijk verschenen zijn:
GB beschrijft het titanenwerk van zijn vader als volgt.
En zo begon mijn vader te schrijven aan de enorme roman in vijftien delen, die de Mac Donald Cyclus worden zou. De concentratie, waarmee hij zich in deze reuzenarbeid wierp, heb ik altijd bewonderd. Hij schreef dag en nacht door, zonder op of om te zien, en al die tijd gebruikte hij weinig anders dan koffie, sigaren en inkt. Het was de koorts van een bezetene. (…) In ons gezin werd met geen woord over deze gigantische onderneming gesproken. Dat was geen afspraak, het gebeurde eenvoudig niet. Elke maand verscheen er een nieuw, in groen linnen gebonden deel op de planken van zijn bibliotheek, want dat was de tijd die hij ervoor nodig had, maar de gezinsleden deden net alsof die toevoeging niet werd waargenomen. Nog merkwaardiger is, dat wij ook onderling over deze zaak een volstrekt stilzwijgen bewaarden. Ook heeft niemand van ons de verschenen delen anders dan schichtig doorgebladerd om ze terstond weer terug te zetten. De reden van deze schroom was het ongelooflijk feit, dat wijzelf het onderwerp van de cyclus waren. Een geniaal edelman immers galoppeerde op zekere dag, vergezeld van zijn vier zonen, die stuk voor stuk uitblonken door scherpte van verstand en adel van geest, de grenzen van het totaal vermolmde koninkrijk der Nederlanden over, wierp daar de troon omver en ging er zelf op zitten. Dit gebeurt reeds vrij vroeg in het eerste deel en verder is geen van ons gekomen. De tegenstelling tussen deze vier supermensen en de sufferds die wij werkelijk waren benam ons alle lust om ook de volgende delen te raadplegen, ofschoon ik zelf nog enkele banden bezit. Hoeveel er precies verschenen zijn weet ik niet, wel dat het epos onvoltooid gebleven is. Het pseudoniem lekte immers uit en mijn vader zag zich genoodzaakt de reeks te staken óf al zijn politieke functies neer te leggen. Men achtte de inval van koning Jan en zijn verdere verplichtingen niet verenigbaar met de gedragslijn van een beëdigd Kamerlid en daar valt iets voor te zeggen, hoewel ik het altijd jammer gevonden heb dat mijn vader voor de druk bezweken is. (...) Hij werd nog zwijgzamer dan vroeger en trok zich steeds dieper in zijn geschonden kasteel terug. (Werken V, 837)
Zoals altijd bij GB: met een flinke korrel literair zout nemen. De roman telt geen 15 delen, en de delen verschenen niet om de maand. De hoofdfiguur Jan Mac Donald doet nooit een 'inval' en gooit de Nederlandse troon niet omver, laat staan 'vroeg in het eerste deel'. In Deel III heft hij—langs politieke weg— de parlementaire democratie op, en in Deel IV krijgt hij, al tot koning van Vlaanderen uitgeroepen, de Nederlandse troon opgedrongen vanwege koningin Juliana. Hij heeft ook geen vier zonen, maar drie. De vier zonen Bomans hadden geen reden om zich klein te voelen naast de drie zonen Mac Donald, net zo min als vader Bomans zich gefrustreerd toonde door de supermens Jan Mac Donald. Autobiografische elementen zijn gemakkelijk te herkennen (de locatie in Heemstede, de school in Rolduc, de politieke carrière enz) maar dat is in bijna elk literair werk het geval. JBB voert zichzelf zeer herkenbaar ten tonele als mr. Rodius, wethouder van Haarlem, "met de witte das" (V,14). Later wordt Rodius minister en heeft hij een zoon, ir. Rodius, ingenieur-directeur-vlieger van de KLM (V,189). Geen van de zonen Bomans heeft die hoogte bereikt, dat is waar, maar vader Bomans is ook nooit minister geworden.
Alle verschenen delen zijn als pdf op het internet te vinden: I-II, III-IV , V.
(wordt hier vervolgd)