24 February 2025

Frank Arion — Dubbelspel

Frank Martinus Arion, overleden in 2015, was afkomstig van Curaçao, een Nederlands "benedenwinds" eiland voor de kust van Venezuela.


Zoals de meeste inwoners van dat eiland stamde Arion af van zwarte slaven. Hij studeerde Nederlands in Nederland. In 1973 verscheen 


Het boek was een onmiddellijk succes, en volkomen terecht want het is meesterlijk. Het verhaal speelt zich af op één enkele novemberzondag. De hoofdrolspelers zijn vier mannen en twee echtgenotes. Er is één halfbloed bij, met een Venezolaanse vader, maar de overigen zijn zwarten. (De schrijver en de personages gebruiken daarvoor het woord "neger", zonder enige pejoratieve bijklank, zoals dat in Vlaanderen altijd het geval geweest is). De namiddag brengen zij door met dominospelen, drinken en kletsen over allerlei. Op die manier verneemt de lezer gaandeweg alles over hun onderlinge verhoudingen, en zijdelings ook over de politiek en de toestand op het eiland. De titel "dubbelspel" verwijst zowel naar een bepaalde manier om een spel met een dubbelslag te winnen, als naar het "dubbele" van de verhoudingen, met jaloezie en overspel. Gaandeweg verliest één van de vier tijdens het spel het contact met de werkelijkheid, en hij eindigt in een toestand van totale vervreemding. (Men denkt onwillekeurig aan de Schaaknovelle van Stefan Zweig, waarin hetzelfde gebeurt met een schaakspeler.) Uiteindelijk loopt alles uit de hand, en twee van de vier schieten er het leven bij in. Na "Deel II: De middag en de schemering" volgt nog een verrassend onderdeel "Naspelen" waarin de schrijver zelf in de "ik"-vorm naar voren treedt.

Hieronder een handzaam overzichtje ten bate van de geïnteresseerde (her)lezer.


De schrijver localiseert het drama in "Wakota", een (gefingeerde) buitenwijk van de hoofdstad Willemstad. Hij schrijft: "Er waren in Wakota twee heuvels: die van Santa Gloria, zo genoemd naar de katholieke kerk die er stond, en daartegenover, maar een ietsje lager, de heuvel van Manchi. (...) Tussen de beide heuvels in liep de brede Tulaweg, die in het westen uitkwam op de Carpataweg, een vierbaansweg die het vliegveld en het hoerenkamp met de hoofdstad verbindt." Op een topografische kaart van Curaçao kan men die twee heuvels, gescheiden door de brede weg, gemakkelijk terugvinden. (Geel= hoger dan groen, rood= hoger dan geel.)


De twee grote kruisende wegen hebben fictieve namen gekregen, en dat is ook het geval voor de katholieke kerk, die in het echt "Santa Maria" heet. Hieronder twee hedendaagse zichten op de kerk, het ommuurde kerkhof (waar Nora met de doodgraver aan de slag gaat) en de "brede Tulaweg".




De met zoveel eerbied genoemde "Doktoor" is de invloedrijke politicus Moises Frumencio da Costa Gomez, jurist van vorming en griffier van beroep. 



Het boek is zeer goed geschreven. Men merkt nog niets van de hedendaagse taalfout om "meebrengen" te herdopen tot "meenemen", en de geslachten van de zelfstandige naamwoorden zijn grotendeel juist, één enkele mannelijke "hand" daargelaten — men kan niet het onmogelijke verlangen. Het meest genietbaar in dit genietbaar boek vond ik het onderdeel waarin pers, radio en TV samentroepen rond de spectaculaire dominowedstrijd.

*