07 September 2021

Un papillon sur l'épaule — de film

Het boek wordt hier besproken.

De film is intrigerend, maar totaal onbegrijpelijk. Men kan zich eigenlijk de moeite van een rationele analyse besparen, want hij is door de makers ook bedoeld om "kafkaiaans" te zijn. Er is zeer weinig verband met het boek, en het is zelfs de vraag of de scenarist, Jean-Claude Carrière, méér gedaan heeft dan het doorbladeren. In de documentaire die op de DVD staat zegt hij namelijk dat het boek gaat over iemand die —zoals Roger Thornhill in Hitchcocks North by Nortwest— in onbegrijpelijke gebeurtenissen verzeild geraakt doordat men hem voor iemand anders houdt.


Nu, dat is wel de samenvatting van zijn film, maar niet van het boek. In het boek zijn twee duidelijk afgelijnde vijandige partijen aan het werk, die rationeel handelen met duidelijke bedoelingen. Het enige irrationele element in het boek is de geestelijke verwarring van het hoofdpersonage, waardoor hij er soms zelf aan twijfelt of sommige dingen nu wel echt gebeurd zijn. Dat vinden we in de film terug, maar ook dit helemaal omgedraaid: de man twijfelt namelijk niet aan de gebeurtenissen, maar ondervindt dat anderen hem die twijfel willen opdringen.

De film speelt zich af in Barcelona (hoewel eerst aan Antwerpen gedacht was), midden de jaren 1970. Wij laten hieronder de protagonisten volgen, gegroepeerd volgens hun samenhang.


1. Het echtpaar met de valies

De Hitchcockiaanse MacGuffin is een valies met onbekende inhoud, die in Barcelona aankomt in de handen van een echtpaar (#E.1 en #E.2).



2. De zeeman en zijn vrouw

Een zeeman (#Z.1) neemt toevallig een hotelkamer naast #E.1 en wordt daardoor in verband gebracht met de valies. Er zijn drie onderscheiden groepen te herkennen die hem de valies (die hij niet heeft) wensen te ontfutselen. Een van de middelen daartoe is het onvoeren van zijn vrouw (#Z.2) die later eveneens in Barcelona aankomt.



3. Groep 1

Deze groep verplaatst zich met een zwarte Mercedes, en omvat de moordenaar van #E.1, namelijk #I.1. Het boodschappenmeisje #I.2 is de zachtaardigste van de bende.



4. Groep 2

Deze groep werkt Groep 1 tegen, en lijkt minder gewelddadig. De verpleegster (#II.2) speelt verder geen enkele rol. De politiecommissaris (#II.4) is, met enige onzekerheid, in deze groep ondergebracht omdat de alomtegenwoordige "vrouw met de regenjas" (#II.3) toch enkele vertrouwelijke woorden met hem wisselt.



5. Groep 3

Deze groep is de uiteindelijke winnaar, want aan het einde van de film neemt het echtpaar (#III.1 en #III.2) de trein, met de beruchte valies in de hand. Zij is voor hen veroverd door twee mannen (#III.3 en #III.4) die we maar vluchtig te zien krijgen tijdens de finale schietpartij.


6. Randfiguren


Waarschijnlijk horen de leugenachtige receptionist (#R.1) en de chauffeur van de moorddadige bestelwagen (#R.2) bij Groep 1. Na #E.1 is #R.3 de tweede persoon die in hotel Colon vermoord wordt. Wie, wat en waarom, dat alles blijft onverklaard. Nog raadselachtiger is de betekenis van #R.4, een gestoord iemand die spreekt met een denkbeeldige vlinder op zijn schouder. Misschien heeft de psychiater #II.1 behalve onze zeeman (en het lijk van #E.1) ook een echte gek ontvoerd om zijn nep-kliniek er wat echter te doen uitzien? Het personage is afwezig in het boek, en is dus volledig uit de koker van de scenarist gekomen, die er blijkbaar zo opgezet mee was dat hij de film ernaar vernoemt. Die bazelende figuur draagt absoluut niets bij aan de film behalve dan een zeker "kafkaiaans" gevoel. Hiervan kunnen we nog een ander voorbeeld geven. De dialoog van het echtpaar #III.1-III.2 is beperkt tot één enkele zin in de lift: de vrouw die iets wil zeggen wordt door haar man de mond gesnoerd met de korzelige mededeling dat zij vier dagen lang niet tegen hem mag spreken. Tja, men heeft geen scenarist nodig om raadselachtige one-liners te bedenken die men toch niet moet verklaren — iedereen kan dat.

Na de voorstelling van de betrokkenen, enkele filmische bemerkingen. Onze zeeman wordt een aantal keer buiten westen gemept, en de eerste keer gebeurt dat als hij het lijk gezien heeft in de kamer naast de zijne. (Lijk ja, want de man die daarnet nog zo steunde dat hij de aandacht trok is in die paar seconden snel nog overleden aan de gevolgen van een pistoolschot dat niemand gehoord heeft.) Hij krijgt daarbij een klap toegediend door #I.1, en wel op een zeer klunzige manier: met de voorarm, van binnen naar buiten. Veel kracht kan men zo niet ontwikkelen, alleszins niet genoeg om een zeebonk bewusteloos mee te slaan, maar bovendien is er op de getroffen kant van diens hoofd de volgende dagen zelfs geen builtje of blauwe plek te merken, zie de foto van #Z.1 in het ziekenhuis.


Misschien heeft de scenarist toevallig uit het boek onthouden dat Jacques in Hoofdstuk XV halfdood getrapt wordt zonder dat er enig uitwendig teken van overblijft. Wie weet? Er zijn wel meer van die ontleningen aan het boek die louter oppervlakkig overgenomen zijn. In het boek wordt de valies met een logische bedoeling door het raam gegooid, maar van die (en andere) logica is in de film niets over. De filmscène valies door het raam is overigens zo duister dat men enkel door de stilstaande beelden te bewerken kan uitvinden wie er nu weer onze held bewusteloos mept. Het zijn, zo blijkt dan, #I.1 en #I.3, die kort nadien sneuvelen op het plein:


In de Grote Confrontatie tussen de drie groepen, waar Groep 3 als winnaar uit te voorschijn komt, zijn vier voertuigen betrokken (foto hieronder): de zwarte Mercedes van Groep 1, het bleke voertuig van #II.3 (waarin dit keer #II.1 als passagier zit, waardoor voor het eerst en het laatst blijkt dat zij samenhoren), een bleke auto waarin twee leden van Groep 3 wegscheuren, en de ziekenauto met daarin #Z.2 , die eerder ontvoerd was door #III.1-III.2, en die ter plaatse moet gebracht zijn door #III.4. Er blijven vier slachtoffers dood achter: #I.1, #I.3, #II.1 en #II.3. Samen met #E.1, #E.2, #R.3 (al achter de rug) en #Z.1 (nog voor de boeg) brengt dat de body count van de film op acht.