Pages

08 January 2019

J.B. Bomans — Jan Herbert Mac Donald (3)

JBB / J.B. van Rode
Godfried Bomans:
Mijn vader vroeg altijd vertwijfeld: waar blijft de katholieke roman? niet begrijpend dat die nooit kon bestaan. (GB, In de kou, 199).
Het lijkt erop dat JBB gepoogd heeft die leemte eigenhandig op te vullen. Volgens het katholieke Lectuur-Repertorium van 1948 is de Mac Donald cyclus van J.B. van Rode "Lectuur voor volwassenen alleen, in katholieke geest geschreven". De omschrijving is
Een fantastische toekomstroman met katholieke tendens, welke door sommigen sterk geprezen, door anderen even radicaal afgebroken werd.
De positieve beoordelingen, waarvan men hier het bestaan signaleert, hebben wij niet kunnen terugvinden, negatieve des te meer. JBB zelf schrijft in zijn nawoord bij deel IV dat zijn "ouderwetsche roman" een "draak" genoemd is. In kranten van die tijd vindt men over de auteur
Men durfde echter slechts langs omwegen te veronderstellen, dat het mr. Bomans was, omdat de inhoud van de boeken zóó ongelooflijk, grof, dwaas, fantastisch en onzinnig was, dat men het niet als geschreven door een normaal mensch kon accepteren
en men heeft het over
een in héél de Katholieke pers scherp becritiseerde en op nulwaarde geschatte roman-cyclus van mr. Rodius—een pseudoniem van mr. Bomans, die nu, achteraf, verklaard heeft, de geheele roman-serie (welke hij nu afgebroken heeft), genaamd Donald-cyclus, als een grap te hebben bedoeld.
Ongelooflijk, grof, dwaas, fantastisch, onzinnig, niet geschreven door een normaal mens, op nulwaarde geschat, toe maar! Ik vraag mij af of die mensen de vijf delen wel gelezen hebben! Het feit dat het laatste citaat als schrijver "mr. Rodius" noemt —de naam van een personage, niet van de auteur— doet eraan twijfelen. En ook: hebben ze Mac Donald vergeleken met de andere Nederlandse literaire producten die toen op de markt kwamen? Ik zal dus maar als advocaat van de duivel optreden en de kwaliteiten opsommen naast de gebreken. De nulwaarde kunnen we al onmiddellijk terzijde schuiven, want een onbenullig boek zou niet voor politiek tumult kunnen zorgen, zoals de Mac Donald wel gedaan heeft.

Uit alles blijkt dat JBB, toen hij begon te schrijven, een redelijk volledige plot voor ogen had voor het geheel van de 10 delen, die zouden aflopen in 2033. Die plot is bepaald niet kinderachtig: wereldoorlogen en pandemieën, herschikking van de politieke orde in heel Europa, de uitbouw van opeenvolgende generaties van de dynastie Mac Donald, met personages die elk een eigen herkenbaar profiel bezitten. Ik zie eigenlijk niet velen tot een dermate ambitieus project in staat. Alle zinnen zijn grammaticaal correct en helder geformuleerd.

Anderzijds, het is niet geheel zonder reden dat JBB een katholieke Courts-Mahler genoemd is. De goede personages zijn zonder uitzondering katholiek en ideaal, zodat er geen intermenselijke conflicten bestaan. Hiermee verdwijnt ook alle bouwstof voor een goede roman. Men moet zich al geeuwend  door de naïeve romances werken, en het gedweep met de roomse godsdienst, de clerus, de adel, huzaren en huzarinnen is van een bakvis-niveau. Van vis gesproken, Victory nodigt een belangrijk iemand voor diplomatiek overleg uit met de woorden: "Houdt u van visch? Ja? Kom dan vanmiddag bij mij eten. 't Is vrijdag en ik ben alleen." [V,149] Veel minder komisch dan dit kneuterig katholicisme is het politiek pamflet waar het eigenlijk om draait: afschaffing van de parlementaire democratie en het algemeen kiesrecht, minachting voor het proletendom [sic], instellen van een zeer autoritair (uiteraard katholiek) regime met viriele vorsten i.p.v. de stijlloze Oranjevrouwen. Dat waren ook echt de persoonlijke overtuigingen van vader Bomans. De man dweepte met de Duitse keizer, met Mussolini en de fascistoïde Christus-Koning-cultus die in de Graalspectakels van zijn nicht Mia van der Kallen theatraal vorm kreeg. [In de kou, 214, 219, 222.] (In België is ook het Rex van Degrelle uit een Christus-Koning idolatrie voortgekomen.) De megalomane bouwwerken in Deel V, een orgastische hallucinatie van JBB, zouden de futuristische bouwplannen van den futlozen Hitler [IV,364] doen verbleken. Een beeld van Christus Koning van 40 meter hoog, op een voetstuk van 15 meter! [V,225] Enkele jaren na de Mac Donald zou Franco een katholieke dictatuur van grootgrondbezitters installeren die nog het best beantwoordt aan wat JBB voor ogen stond.

Inzake stijl kan men JBB geen slecht schrijver noemen, verre van, maar meeslepend is hij nooit, ook niet die keren dat het materiaal op zich dat zou mogelijk maken. De grote veldslag van 1950, bijvoorbeeld, is in zijn militaire details goed doordacht en niettemin zeer vlak beschreven. JBB heeft bovendien de trein gemist, want de cavalerie had al in 1914 afgedaan terwijl hij ze hier nog in volle glorie laat opdraven: huzaren tegen kozakken. In het algemeen is JBB in zijn toekomstverwachtingen, buiten de politiek dan, bepaald geen Jules Verne. We vernemen van televisie ("eidophoon" genaamd), fietsen voorzien van een schrijfmachine, elektrische fietsen en "raketpost", maar de treinen zijn die van 1933 en de communicatie gebeurt toch veelal nog per brief. Er is zonne-energie, energie opgewekt door getijden, en het roken is algemeen opgegeven [IV,337].

Laat ik eindigen met de betere onderdelen te vernoemen. In deel II is Violet verliefd op Jan Mac Donald, denkend dat hij haar vader is. Dat creëert natuurlijk een intern conflict, wat in de cyclus zeer uitzonderlijk is. Bovendien projecteert JBB hier toch enkele broeierige gedachten en verdachte gedragingen op zijn personages. Als belegen katholiek fulmineert JBB uiteraard tegen
dat ongegeneerde naakt, of liever de tentoonstelling van het menschelijk lichaam onder de dunste en nauwste kledij…wraakroepende zedeloosheid [III,164]
maar hij kan niet zwijgen over Violet “ in vleeschkleurig badpak, strak haar omspannend” [II,332] of  “in haar vleeschkleurig strak zijden tricot mooier dan naakt” [II,308]. (Ook in de verdere delen blijkt JBB oog te hebben voor de fysieke charmes van het—bij zijn personages uiteraard perfecte—vrouwenlichaam in nauwsluitende kleren.) Violet gooit ook ongegeneerd vrouwelijke truukjes, zoals openvallende blouses en weggelaten onderjurken, in de strijd om haar "vader" te behagen/verleiden. De man zelf ziet door de kier van haar slaapkamerdeur dat zij zich “volkomen naakt oefende” in halsbrekende poses als slangenvrouw [II,332]. Dit alles verrast toch enigszins in een boek van “katholieke tendens”, waarin zedenverwildering de gerechtvaardigde wrake Gods zal oproepen. Het allerergste is natuurlijk de geboortebeperking (zelfs de brave Ogino krijgt meer dan eens een veeg uit de pan) met als obligate horreur dat "ouders de kinderen vermoorden vóór de geboorte. Dat was niet God vergeten, dit was den Almachtigen Goeden en Wijzen Schepper een slag in het gelaat geven." [III,37] Gelukkig zal Jan I de doodstraf opnieuw invoeren.

Mijn verdere eervolle vermeldingen komen alle uit deel V, dat ik literair gesproken het genietbaarste vond. Centrale figuur is Victory II, die haar intelligentie aanwendt om raad te geven en oplossingen te bedenken voor moeilijke situaties.

Zo is daar  Cleo Mac Donald, getrouwd met de koning van Groot Romania (een zeer geëxpandeerd Italië). De vorst is gevallen voor de charmes van een Noordafrikaanse gesluierde danseres. Op aanraden van Victory neemt Cleo de gesluierde plaats in en verleidt haar eigen man met haar slangenlijf. Het zal wel typisch katholiek zijn dat iedereen gelukkig is met die formele oplossing, want de koning vindt dat hij eigenlijk gevallen is voor zijn eigen vrouw, zodat er niets 'gebeurd' is. (Een geestiger versie van dat imbroglio vindt men in Cosi fan tutte, waarin de vrouwen aanpappen met exotische verleiders die eigenlijk hun eigen vermomde verloofden zijn.) De koninklijke schuinsmarcheerder zorgt voor een korte wanklank in de ideale huwelijkslevens van de perfecte Mac Donalds; gelukkig is het maar aangetrouwd en dus niet genetisch!

Een goede intrige, met zelfs een milde kritiek op de clerus (zeer uitzonderlijk bij JBB), vindt men in het hoofdstuk waarin Victory bepaalde heilige knoken naar Nederland wil krijgen. In het diplomatiek getouwtrek daarrond blijkt dat twee concurrende kloosterorden uit zijn op een kardinaalschap, en dat men koehandel ook elegant kan beoefenen.

De massale en oogverblindende optochten ter ere van Christus Koning vond ik (zonder enige sympathie voor het retrograde fenomeen) zeer fantasierijk bedacht en goed beschreven.

De allerlaatste bladzijden van de hele cyclus zou ik zelfs 'sterk' noemen. De blinde heldin Victory II verwart de levende kleindochter Victory III van haar idool Victory I met haar heilig idool zelf, en wordt door "haar" (dubbelop) binnengeleid in de dood.

(wordt hier besloten met twee uittreksels)