09 July 2015

De twee kanten van het menselijk brein (2)

(vervolg van het positieve deel 1)

In september 2011 verbleven wij, niet voor het eerst en niet voor het laatst, op het Griekse eiland Rhodos. Bij wijze van culturele uitstap selecteerden wij na enkele dagen Monte Smith, waarvan onze vertrouwde Capitool Reisgids allerlei goeds wist te vertellen: heuvel ten westen van de stad, panoramisch uitzicht, stadion uit de derde eeuw vC, odeon (klein theater), drie machtige zuilen van de vroegere Apollotempel. Wij deden de rondrit met de toeristische open dubbeldekker, stapten ter plaatse af, en schreden door het hoge gras naar de van ver zichtbare reuzenzuilen. Wij werden niet ontgoocheld. Machtige zuilen, een indrukwekkend stadion, een zeer fraai odeon. Wij wandelden beïndrukt rond en vereeuwigden onzelf op foto's. Ja, dat was het grootste en mooiste klassieke stadion dat wij al gezien hadden, de uitstap meer dan waard, blij dat we dát 'ontdekt' hadden, een aanrader voor iedereen.

2011

In het vaderland teruggekeerd wilde ik mijn foto's van de stadsmuren van Rhodos vergelijken met die van ons vorig verblijf. Na enig speurwerk vond ik ze. Het was langer geleden dan ik gedacht had, nl. 11 jaar, en het waren nog foto's op filmrolletjes. Maar wat bleek ook, tot ons beider verbazing? Wij waren al op Monte Smith geweest, zuilen, stadion, odeon, alles inbegrepen. De foto's, ingeplakt en wel in een album, waren er om het zwart-op-wit (bij wijze van spreken) te bewijzen.

2000
Zonder dat bewijsmateriaal zouden wij het niet geloofd hebben. Meer nog, wij zouden in een rechtbank onder ede verklaard hebben dat wij nog nooit op die plaats geweest waren vóór ons bezoek van 2011. Ja, die geheugenzwakte van de derde leeftijd! Maar lees vooral verder.


Op 28 januari 1986 spatte de spaceshuttle Challenger onder het oog van de camera's uiteen. De dag nadien legde psycholoog Ulric Neisser zijn studenten een in te vullen vragenlijst voor met de volgende vragen over de ramp:
  • waar waren zij
  • hoe vernamen zij het
  • wie was bij hen
  • wat waren ze aan het doen
  • hoe laat was het
Drie jaar later kregen diezelfde studenten dezelfde vragenlijst om over te doen. Meer dan 90% gaf dit keer een afwijkende versie, en 25% vertelde zelfs iets totaal anders. Waar of vals, iedereen was overigens even sterk overtuigd van de waarheid van zijn herinnering, de jongste wel te verstaan. Sommigen konden niet geloven dat de 'afwijkende' eerste versie echt van hun eigen hand was en inspecteerden het handschrift argwanend van dichtbij! Let wel: jonge mensen, drie jaar tijdverloop.

Het z.g. Challenger-experiment is ondertussen bij andere gelegenheden overgedaan, en bevestigd. Het besluit is onvermijdelijk: het menselijk geheugen is totaal onbetrouwbaar. Anders gezegd: de sacrale formule Ik heb het met eigen ogen gezien & ik zweer het is waardeloos, zelfs bij getuigen die volledig te goeder trouw zijn. Rechters zouden hier even mogen bij stilstaan. Ook 'mondelinge geschiedenis' van 'mensen die het zelf hebben meegemaakt' verdient een respectvolle maar uiterst kritische benadering. Dat heb ik zelf ondervonden toen ik met de oorlogsherinneringen van mijn vader in het hoofd de archieven van het leger ging consulteren. Leerzaam! De feiten die 'te velde' waren opgetekend stemden helemaal niet overeen met wat mijn vader mij verschillende keren verteld had. Zeer vele, zeer pregnante, en door de jaren gesacraliseerde herinneringen zouden geen kritisch onderzoek verdragen, daar ben ik nu van overtuigd.



Toegevoegd 15 september 2017. In Joachim Fest, Der Untergang - eine historische Skizze (Rowohlt Taschenbuch Verlag 2005) lezen we op blz.9-10 het volgende (vertaald):   
Alleen al over de vraag hoe Hitler zich omgebracht heeft beschikken we over minstens vier tegenstrijdige getuigenissen van mensen die er onmiddellijk in betrokken waren. Hetzelfde geldt voor wat er gebeurd is met de lijken van de dictator en zijn vrouw, idem voor de van Russische kant geciteerde 'bestorming' van de rijkskanselarij, en nog veel andere zaken. (hier de originele bladzijden)
Zelfs voor deze zeer ingrijpende gebeurtenissen, waarvan het historisch karakter voor de betrokkenen duidelijk zal geweest zijn, zijn de getuigenissen dus ronduit tegenstrijdig!

Dat maakt het voor de rechter die moet oordelen niet eenvoudiger: het "geval Hitler" bewijst dat tegenstrijdige getuigenissen op zichzelf niet bewijzen dat de gebeurtenis niet plaatsgevonden heeft, op een van die vier betuigde manieren of misschien wel op een vijfde! In het "geval Hitler" ontbreekt dan nog het corpus delicti!


Toegevoegd 5 mei 2021. Hierboven heb ik bij de onbetrouwbaarheid van het geheugen geschreven: 'de sacrale formule Ik heb het met eigen ogen gezien & ik zweer het is waardeloos, zelfs bij getuigen die volledig te goeder trouw zijn. Rechters zouden hier even mogen bij stilstaan'. Hoezeer dat het geval is wordt duidelijk door het volgende spectaculaire geval. Vlak na de oorlog heeft E.R., die 22 maanden in Auschwitz had doorgebracht, haar ervaringen te boek gesteld. Het boek is in het Duits geschreven maar in een Engelse vertaling verschenen, in 1947. Daarin geeft E.R. o.m. een bepaald horrorverhaal uit Auschwitz weer, dat haar verteld was door iemand uit een naburig kamp, er ze besluit voor alle duidelijkheid met Ich selbst habe es mit eigenen Augen nicht gesehen (in de Engelse vertaling: I did not see it myself). In 1960 werd zij opgeroepen als getuige voor het Auschwitz-proces dat in 1963 in Frankfurt zou beginnen. In haar ondertekende verklaring laat zij hetzelfde verhaal optekenen, maar dit keer alsof zij het wél had gezien: ich hatte mich begeven... ich sah... ich konnte beobachten... Blijkbaar was E.R. zo met haar rol verweven geraakt dat zij een verhaal, dat haar enkel verteld was, als eigen ervaring ging weergeven. Haar getuigenis herhaalde zij in de rechtbank; dit relaas 'uit eerste hand' sloeg in als een bom en haalde onmiddellijk de wereldpers. Maar voor zover ik weet heeft niemand het ooit echt gezien. 


*

Referentie.

Neisser, U., & Harsch, N. (1992). Phantom flashbulbs: False recollections of hearing the news about Challenger. In E. Winograd & U. Neisser (Eds.), Affect and accuracy in recall: Studies of “flashbulb” memories (Vol. 4, pp. 9–31). New York: Cambridge University Press.