Dat waren nog tijden! Op deze foto uit het Iedereen-Rookt-Vrolijk-Mee-tijdperk (1968)
zit Toon Hermans, uiterst rechts, naast Godfried Bomans. Bomans was de peetvader van een van de kinderen van Toon Hermans, en dat detail weet ik uit de boeiende biografie Toon van de hand van Jacques Klöters (zie ook hier). Hermans was een zeer belegen katholiek (wat dat betekent kan men hier lezen) maar dan van een zeer rekkelijke soort. Enfin, het elastiek rekte toch vooral aan de kant die Toon vasthield, en veel minder aan de kant van zijn vrouw. Zij heette Rita Weijtboer, maar we zullen ze, zoals Toon, Rietje noemen om niet te verwarren met de andere Rita (een van zijn vele 'bruiden') waar het verder over gaat. Wij citeren Toon, blz. 186-187.
Toons kant van het elastiek
Rietje leefde zoals de meeste vrouwen in die tijd, met een man die naar zijn werk was en alle aandacht opeiste als hij thuiskwam. Als hij al thuiskwam, want op toernee bleef hij vaak logeren in hotels. (...) Het gezelschap met de twaalf dames reisde per bus. De mooie Rita Blum mocht vaak met Toon mee in diens auto en ze leerde hem goed kennen. (...) 'Toon bleek een uitgesproken knuffeldier te zijn. Kun je je voorstellen, een meisje van twintig, de grote Toon die jou leuk vindt? Hij was toen op zijn best, zag er goed uit, was een beroemdheid. Ik was als betoverd. Begrijp wel, het was zuiver spel, strelen, kussen, lieve woordjes en daar hield het mee op. Hij heeft niemand, ooit, benaderd zonder duidelijk te maken dat er maar één vrouw voor hem was: Rietje. Hij heeft in mijn bed geslapen, armen om mij heen, wanneer hij te moe was of te veel drank op had, vol vertrouwen. We waren heel close, maar het was heel onschuldig allemaal.' (...)
Het is een keer gebeurd dat Toon met Rita zat te zoenen in de auto in Rotterdam. Ze stonden op een onhandige plaats. 'Op een zeker moment stopte er een politiewagen achter ons en oom agent kwam poolshoogte nemen. Toon vertelde hem dat wij een scène aan het doornemen waren en toen de agent Toon herkende was hij zo verbouwereerd dat hij aan zijn pet tikte en zich verontschuldigde. Prachtmoment!'
'Een leuke gewoonte vond ik het dat hij op toernee het liefst bij mij in bed kroop. Zelfs een keer dat ik mijn hotelkamer deelde met een collega, dat weerhield hem niet. Zij deed maar net of zij sliep. Het tekent de ontspannen sfeer.' (...) Daar [in hotel De Amstel, boven de N.A.R. sociëteit] had ook Rita Blum een kamer. Als zij naar boven was vertrokken klopte Toon wel eens aan. 'Dus niks geen stiekem gedoe en er was ook niets ranzigs aan. Onze "relatie" was zuiver speels, had niets met hartstocht of met verliefdheid te maken, maar berustte wel op een sterke wederzijdse aantrekkingskracht.'
Jaja. 'Knuffelrelatie' is een neologisme waar Bill Clinton nog een puntje kan aan zuigen. Hier het vervolg van het verhaal.
Rietje's kant van het elastiek
Rita Blum werd gevraagd als fotomodel voor een groot bedrijf en kreeg verkering met de zoon van de directeur, een rijke industrieel die op een landgoed woonde. Toon had het er moeilijk mee, voelde zich verwaarloosd. Rita wilde aan de knuffelrelatie een goede vriendschap overhouden, zorgde ervoor dat Rietje ook kennismaakte met haar [Rita's] verkering. Rietje vond die man met zijn mooie camel jas, suède schoenen en dure overhemden ook wel aantrekkelijk en ze ging wel eens met hem dineren terwijl Toon moest spelen. 'Daar wond Toon zich mateloos over op. "Wat doen die twee, waar is dat nodig voor, kan Rietje niet zoals gewoonlijk in de kleedkamer op mij wachten, waarom met die dure meneer van jou de hort op?" Die blitse sportwagen of die auto met chauffeur, die luxe, Toon was echt dodelijk ongerust, want Rietje liet wel blijken dat zij het op prijs stelde.' Rita probeerde Toon dan duidelijk te maken dat die man alleen maar oog had voor haar [Rita, dus] en dat ze elkaar straks weer aan een terrasje met z'n vieren zouden treffen. 'Maar leuk vond hij het niet. Uitgesproken jaloers!'