en hieronder volgt de toelichting. We gaan uit van een vierkant met zijde 1
en vinden m.b.v. enkele lijnstukken en cirkelbogen
In de driedimensionale ruimte bestaan vijf, en slechts vijf, regelmatige veelvlakken: met vier, zes, acht, twaalf of twintig zijvlakken. Het zesvlak en het achtvlak zijn elkaars duaal: de middelpunten van de zijvlakken van de ene zijn de hoekpunten van de ander. Evenzo zijn het twaalfvlak en het twintigvlak elkaars duaal. Het viervlak is zijn eigen duaal: de middelpunten van de zijvlakken vormen een nieuw viervlak.
Hieronder de veelvlakken en hun duaal zoals ze voorkomen in Peter Berger, Aspekte der Kรถrpergeometrie, 2016, blz. 82.
Inleiding
Een veelhoek is een figuur bestaande uit een eindig aantal niet-overlappende (volle) driehoeken in hetzelfde vlak. De oppervlakte van die veelhoek is de som van de oppervlakten van de samenstellende driehoeken. Een veelhoek A verknippen betekent: hem onderverdelen in veelhoeken die herschikt worden, door translaties en rotaties, tot een nieuwe veelhoek B (die uiteraard dezelfde oppervlakte heeft). Door de bewerkingen in omgekeerde zin te doorlopen kan men dan ook B verknippen tot A.
Elementaire eigenschap: elke veelhoek kan verknipt worden tot een vierkant. Dit ziet men als volgt in.
(a) van driehoek naar parallellogram
Men eindigt uiteindelijk met รฉรฉn vierkant, dat dezelfde oppervlakte heeft als de gegeven veelhoek.
Gevolg: hebben twee veelhoeken dezelfde oppervlakte, dan men de รฉรฉn verknippen tot de ander. Immers, men kan beide verknippen tot vierkanten. Als men voor รฉรฉn van die vierkanten de bewerkingen omgekeerd doorloopt, dan heeft men (met een vierkant als tussenstap) de ene veelhoek herknipt tot de andere.
Men kan de procedure aan het werk zien in deze fraaie app. Men tekent twee willekeurige veelhoeken, het programma herleidt ze tot dezelfde oppervlakte en verknipt dan de eerste tot de tweede.
De principiรซle werkwijze die hier beschreven staat leidt tot een opdeling van de gegeven veelhoek in zeer vele stukken. De uitdaging bestaat er nu in, een opdeling in zo weinig mogelijk stukken te vinden. Groot meesterschap hierin is vertoond door Gavin Theobald.
Het concrete werk in acryl
Afgebeeld zijn twee van de dissecties van Theobald: van een gelijkzijdige driehoek naar een regelmatige zevenhoek in acht stukken (bovenaan) en van een vierkant naar een regelmatige zevenhoek in zeven stukken (onderaan). Omwille van het evenwicht in de figuur zijn de zevenhoeken niet onder elkaar weergegeven, maar geschrankt. De vier veelhoeken hebben dezelfde oppervlakte. De canvasplaat is, zoals altijd, 60 op 60 cm.
Canvasplaat 60x60 cm waarop 18x18 vierkantjes met zijde 1,5cm. Het is een magisch vierkant waarvan de tien cijfers door kleuren weergegeven zijn. Het magisch vierkant zelf bestaat uit de eerste achttien decimalen na de komma van respectievelijk 1/19, 2/19 enzovoort tot 18/19:
The list of all 324 digits {0, 5, 2, ..., 5, 7, 8}, from the first in digits01 to the last in digits18, is obtained in digits below.
squares is the list of the 324 unit squares centered at the coordinates in coor.
![]() |
| squares and coor |
Doing the same for 1,2,...,9 one obtains the ten-colour square shown above. To separate the squares, a black grid has been added:
R(2d-1 times) U(2d-1 times) L(2d times) D(2d times)
and it ends in (-d,-d). The effects of (*) on the abscissas are
+1 0 -1 -1 0 0 +1 +1 +1 0 0 0 -1 -1 -1 -1 0 0 0 0 ... (a)
and on the ordinates
0 +1 0 0 -1 -1 0 0 0 +1 +1 +1 0 0 0 0 -1 -1 -1 -1 ... (o)
These sequences are obtained as xsteps and ysteps below. To end in (-d,d) there are 2d more steps right required.
GeoGebra commands.
De hoeken van de driehoek zijn in drie gelijke delen verdeeld. Dit is onmogelijk met passer en liniaal (stelling van Wantzel), maar wordt door GeoGebra voortreffelijk uitgevoerd. Als men telkens de "onderste" twee trisectrices met elkaar snijdt ontstaat een gelijkzijdige driehoek, in het zwart uitgevoerd. Een elementair bewijs van deze stelling van Morley vindt men hier.
Deze configuratie bevat nog veel meer merkwaardigs dan alleen de driehoek van Morley.
Concurrente rechten:
en zestallen op een ellips:
![]() |
| (M.b.v. de raaklijnen uit de hoekpunten aan de vorige ellips, in het blauw) |
Deze eigenschappen kaderen in de context van de stelling van Carnot over de snijpunten van een ellips met de zijden van een driehoek. De meeste vernoemde eigenschappen vindt men, met bewijzen, in Lorenz Halbeisen, Norbert Hungerbรผhler, Juan Lรคuchli: Mit harmonischen Verhรคltnissen zu Kegelschnitten: Perlen der klassischen Geometrie. Springer 2016.
Deze roman uit 1941 beschouw ik als een grote prestatie. Eekhout, een Nederlandse protestant, zet hier de pastoor van Damme in het jaar 1780 neer, en hij doet dat in het Vlaams van toen. Eekhout was van Sluis, en zal niet onbekend geweest zijn met de streektaal (die nauwelijks verschilt van die van Knokke of Damme). Niettemin moet hij heel wat academische energie gestopt hebben in het systematisch uitwerken van het Ponckiaans. Hier (het werk van een anonieme bewonderaar) vindt men een uitgebreide woordenlijst.
Om mijn toekomstige gesprekken wat couleur locale te geven heb ik alvast de volgende zegswijzen genoteerd.
Figure 1. (Polestar deliberately off target w.r.t. the axis of rotation.) |
![]() |
| Figure 3. Perspective view. |
Sigma Xi is a very distinguished scientific society, founded in 1886. Twenty-five years after its founding, a nice summary of its origins was published by Henry Ward, secretary of the society; find it here. On p.24 we read
Variant 4 appeared in a 1922 publication by Sigma Xi (here). As far as we could check, form 1 is not to be found in Sigma Xi publications. We'll consider it first, because both words are correct Greek, apart from the accents on o and ๐, which we dropped.
The first word, ๐๐๐๐๐ฟ๐๐, is the genitive plural of ๐๐๐๐๐ฟ๐, which means zeal or great attention, see Liddell-Scott-Jones (here). The second word, ๐๐๐๐๐๐๐๐, is a form of the verb ๐๐๐-๐๐๐๐, to be together (see here); it means those that are together. Their combination means more or less Companions of Zeal or Companions of Great Attention — a noble motto indeed. (I am told the proper case with ๐๐๐-๐๐๐๐ is actually the dative, not the genitive. But let's not be too harsh.)
Variant 2 is one step away from 1: the ๐ has disappeared, resulting in a word that doesn't exist in Greek. According to Ward, it was the original motto, meaning Partners in Investigation. References lacking, it is impossible to know whether or not professor Williams had the correct form. Given his skills in finding suitable Greek words with a certain initial letter and a certain meaning, we think he had. In that case, the corruption occurred later and by others. The translation given is correct if one identifies investigation with great attention.
Variant 3 is two steps away from 1: ๐ is lacking, and o has been replaced with ๐. While there is no such word in Greek, it definitely looks more convincing than 2. It is the canonical form adopted by Sigma Xi in 1892, supported by (anonymous) classical authority as being the best Attic Greek. Its standard interpretation Companions in Zealous Research skilfully combines zeal and great attention, which are both present in the sole word ๐๐๐๐๐ฟ๐.
Variant 4 is three steps away from 1: ๐ is lacking, o has been replaced with ๐, and ๐ has been replaced with ๐. The latter is a trivial typo, but it shows how easily errors arise in Greek texts handled by non-professionals. Even people that should know better are not immune to it. In Ephemeris, a journal written in modern Latin, we read (here), Anno Domini MMVII:
Frank Martinus Arion, overleden in 2015, was afkomstig van Curaรงao, een Nederlands "benedenwinds" eiland voor de kust van Venezuela.
Zoals de meeste inwoners van dat eiland stamde Arion af van zwarte slaven. Hij studeerde Nederlands in Nederland. In 1973 verscheen
Bronnen.
[RM] Willem Frederik Hermans, De raadselachtige Multatuli, Boelen uitgevers, 1976
[MH] Max Havelaar, Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans, De Bezige Bij, 1987
[H] Max Havelaar, Het handschrift (facsimile), met [T] Toelichting op het handschrift, uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2007
*
De wordingsgeschiedenis van Max Havelaar, zoals Multatuli haar beleefd heeft, begint in 1859 en eindigt in 1881.
Links: de laatste bladzijde van [H], het handschrift uit 1859. In heel het handschrift zijn, in rode inkt, de ingrepen merkbaar van Jacob van Lennep.
Rechts: de laatste bladzijde van [MH], een fotografische heruitgave van de tekst (1881) zoals Multatuli hem zelf voor het laatst gecorrigeerd en goedgekeurd heeft. Voorzien van 194 Aantekeeningen en ophelderingen door Multatuli en 45 bladzijden Verklarende noten door Willem Frederik Hermans. Deze laatste had zich al eerder over Max Havelaar gebogen, wat resulteerde in [RM].
Enkele feiten.
Multatuli's vader was een zeekapitein genaamd
Engel Douwes [= zoon van Douwe] Dekker.
De schrijver zelf heette officieel Eduard Dekker, maar liet zich noemen
Eduard Douwes Dekker.
Zijn vrouw verwees altijd naar hem als Dekker. Wie familiair met hem omging sprak hem aan met Dek. Ook zijn vrouw en kinderen deden dat. Zij was een verarmd baronesje, genaamd Everdine van Wijnbergen, maar hij noemde haar Tine. Het stel had twee kinderen: een zoontje Edu en een dochtertje Nonnie.
De schrijver groeide op in een vroom protestants gezin, maar werd katholiek in een poging om een katholiek meisje te kunnen trouwen. Toen dat mislukte kreeg hij een depressie, en nam een betrekking aan op Sumatra, waarmee zijn koloniaal leven een aanvang nam. Zijn koloniale carriรจre zou eindigen toen hij, met overplaatsing bedreigd, eervol ontslag vroeg en kreeg. Daarna leefde hij (moeizaam) van zijn pen.
Hij kon absoluut niet met geld omgaan. Hij gaf veel geld weg dat zijn eigen gezin had kunnen gebruiken, en verspeelde alles in casino's, waar hij telkens nieuwe methodes uitprobeerde om de roulette te verslaan. Doordat hij steeds op de vlucht was voor schuldeisers leefde hij het grootste deel van zijn leven gescheiden van zijn vrouw en kinderen. Toen zoon Edu zestien jaar was verdween het drietal naar Venetiรซ, waar Edu moeizaam kostwinner werd. Vader en zoon haatten elkaar hartsgrondig.
Dekker had ontelbare amourettes, waarvan hij zijn vrouw nauwkeurig op de hoogte hield. Zij heeft hem door dik en dun gesteund en liefgehad, en schreef Ik houd van de mensen waar mijn man van houdt. [RM, blz. 174] Een tijdlang woonde Dekker met zijn vrouw Tine en zijn minnares Mimi Schepel samen in รฉรฉn huis. Toen Tine stierf (in Venetiรซ, ver van haar man) is Dekker hertrouwd met Mimi, ondanks zijn schamper geschrijf tegen het huwelijk. Zij adopteerden een zoontje, Wouter, waar Dekker gek op was. Het kind zelf wou later niets meer met Dekker te maken hebben.
Enkele literaire opmerkingen.
1. De eerste druk van Max Havelaar was vooraf door van Lennep bewerkt, soms met literaire bedoelingen, maar doorgaans met het duidelijk doel het boek zijn explosief karakter te ontnemen. Plaatsen en data zijn afgekort, zodat de doorsnee lezer de feiten en de personen niet precies kon thuisbrengen. Multatuli heeft zich met succes verzet tegen het knippen van de laatste bladzijden, waarin hij de koning aanspreekt. Daarentegen heeft hij zonder meer de volgende passage laten sneuvelen, waarin Frits dominee Wawelaar aan de tand voelt.
In plaats van aan te nemen wat de Schrift zegt - en dat behoort men toch te doen, want het staat in de Schrift zelve dat men gelovig moet wezen - doet hij allerlei vragen: “Wat was licht vรณรณr er zon was? - Had die Melchizedek het ware geloof? - Wat zou er gebeurd zijn als Eva die appel niet gegeten had? - Is mijn broertje verdoemd omdat hij voor de doop stierf? - Waar was de politie toen Petrus Ananias en Saffirah liet doodvallen? - Droeg Jezus kousen, en had hij een tulband op? - Hoe hoog is hij opgevaren voor hij aan de rand kwam van onze atmosfeer, en waarheen ging hij verder? - Waarom was hij brutaal tegen zijn moeder toen deze hem zocht? - Is er een proces geweest over de waarde van die varkens die in het water werden gejaagd? - Waartoe dienden die varkens in een land waar zwijnevlees verboden is? - Hoe maakte men het met de nalatenschappen van de mensen die opstonden uit hun graven? - Waarom moest Ezechiรซl vuiligheid eten? - Wat is de bezigheid van een opperwezen bij volmaakte natuurwetten? - Waarom werd het mensdom eerst gered vierduizend jaar na de Schepping? - Waarom laat God toe dat velen die redding afwijzen? - Waarom heeft de duivel macht, als hij door Christus overwonnen is? - Was Constantijn de Grote niet een gemene moordenaar? - Vanwaar komt het dat vele eeuwen na Christus niet zo beschaafd waren als de eeuw van Augustus? - Waarom sluiten wij onze huizen in een land dat christelijk is, en waar dus geen dieven zijn? - Waarom was David een man naar Gods hart? - Waarom mochten de Israรซlieten goud en zilver medenemen dat aan de Egyptenaren behoorde? - Waarom is Jezus een zoon Davids, als Jozef die van David afstamde, zijn vader niet was? - Hoe weten wij dat God groot is, als wij hem niet begrijpen? - Was Judith een fatsoenlijke vrouw? - Hoe kwam Noach aan een paar ijsberen voor de ark? - Vanwaar kwamen de mensen die Kaรฏn niet mochten doodslaan? - Wat gebeurt er als twee geloven tegen elkaar in bidden?”
En zo al voort! Gij begrijpt hoe Wawelaar, doordrongen van liefde tot de Waarheid die het Leven is, droefheid gevoelt bij zulke verbodene nasporingen.
In latere drukken, waarover Multatuli de zeggenschap had, zijn de afkortingen van Van Lennep hersteld, zodat de gebeurtenissen nauwkeurig in plaats en in tijd gesitueerd zijn.
De vervloekte puntjes waarmee de heer Van Lennep goedvond m'n werk te bederven, zyn in deze uitgaaf natuurlyk door leesbare woorden en letters vervangen.
2. Het doel van Multatuli was: een pamflet schrijven dat de natie zou schokken. Hij koos daartoe een literaire inkleding, waarin de namen van de betrokkenen veranderd zijn.
De gouverneur-generaal wordt niet bij naam genoemd, maar heette Duymaer van Twist.
De inheemse slechterik, de Regent van Lebak, is altijd bij zijn echte naam genoemd geweest: Radhen Adhipatti Karta Natta Negara.
Naast deze echte personen heeft Multatuli ook fictieve personages ingevoerd, met Batavus Droogstoppel als voornaamste. Max Havelaar begint ermee dat Droogstoppel in Amsterdam toevallig "Sjaalman" ontmoet die aan lager wal geraakt is. De man bezorgt hem een groot pak papieren, en een bedelbrief, waarvan Droogstoppel zegt
En zyn naam stond er onder. Maar dien verzwyg ik, omdat ik er niet van houd, iemand in opspraak te brengen.
Om die reden noemt hij hem systematisch Sjaalman. Uit het "pak van Sjaalman" stelt de jonge Stern (literaire creatie) een boek samen, waaraan ook Droogstoppel bijdragen levert.
3. Stern beschrijft de gebeurtenissen, die hij uit de papieren van Sjaalman (genoemd "de aanteekeningen van Havelaar") reconstrueert, doorgaans als een objectieve waarnemer, die zelf niet tussenkomt.
Havelaar was een man van vyf-en-dertig jaren. Hy was slank, en vlug in zyn bewegingen (enz. enz.)
Dit roept al een vraag op, want had Droogstoppel niet gezegd dat hij de naam van "Sjaalman" ongenoemd wou laten? Die naam kan dus niet "Max Havelaar" zijn, die wรฉl genoemd wordt. Heeft Stern de naam "Havelaar" bedacht? en heeft hij dan ook de overige namen (Slijmering, Slotering e.d.) bedacht?
Soms ook is in het "opstel van Stern" (zoals Van Lennep die hoofdstukken noemde) een "ik" aan het woord.
Ik heb van Max Havelaar en zyn vrouw—want dit waren de beide personen die na den resident met hun kind en de baboe uit den wagen gekomen waren—nog niets gezegd, en misschien ware het voldoende, de kenschetsing van hun voorkomen en karakter aan den loop der gebeurtenissen en des lezers eigen verbeelding overtelaten.
Blijkbaar is Stern hier aan het woord, hoewel het literair ongepast is dat een objectieve schrijver plots als "ik" optreedt. Echt moeilijk wordt het als die "ik" het heeft over gebeurtenissen in Indiรซ, die hij (Stern) onmogelijk beleefd kan hebben. Bijvoorbeeld:
Ik ben daar [in Java dus] bitter geworden. Wat zoudt ge denken van iemand die zulke zaken kon neerschryven zonder bitterheid?
In [T, 66-67] houdt men dit voor compositiefouten van Multatuli, die Van Lennep blijkbaar over het hoofd gezien heeft. Willem Frederik Hermans daarentegen ziet dit niet als een fout van Multatuli maar een slordigheid van het literair personage Stern.
Deze zin bewijst dat Stern, die nooit op Java was geweest, niet de eigenlijke schrijver kan zijn van de Indische hoofdstukken. Aangenomen moet worden dat hij deze in het pak van Sjaalman heeft aangetroffen en dat hij ze, al dan niet enigszins bewerkt, overschrijft. [MH, 409]
Het is wel vreemd dat Droogstoppel, die de schrijfsels van Stern zo ongenadig beoordeelt, deze fouten onvermeld zou laten.
4. Multatuli gebruikt, in Max Havelaar maar ook in zijn briefwisseling, vele totaal overbodige Franse en Duitse woorden en uitdrukkingen. Hij was dus het tegendeel van een purist.
5. Multatuli hanteert de vormen "jij", "gij" en "u" als volkomen gelijkwaardig.
Weet je wel, Verbrugge, dat onze roeping heerlyk schoon is? Maar weet je ook wel dat ik alles wat ik je zoo-even zei, eigenlyk van u had moeten hooren? Ik ken u even goed als ik weet wie er garem glap maken aan de zuidkust. (H, blz.8)
Ge ziet dat de heer Slotering wรจl iemand was, die een initiatief wist te nemen, je had je dus by hem kunnen aansluiten. (H, blz.8)
Beproef eens daar te zitten zonder u te verroeren, ge zult zien hoe spoedig je een spookachtigen indruk maakt op ieder ander, en zelfs op je eigen verbeelding. (H11)
Saรฏdjah en Adinda tutoyeren elkaar, tot zij plots zegt “Ik zal trouwen met u, wees daar zeker van!” — zonder dat iets in de dialoog dat verantwoordt. (Multatuli is niet de enige Nederlandse schrijver die dat deed. Tegenwoordig wordt deze vermenging van taalregisters, waarin Vlamingen uitblinken, afgekeurd.)
6. Multatuli gebruikt sterke en zwakke werkwoorden anders dan vandaag: stonden gekorven, hij vraagde, er schuilde, ze schrikte, hij blaasde. Zie ook