De republikeinse kalender is een product van de Franse Revolutie. Helaas heeft hij het, anders dan b.v. het metriek stelsel, niet gehaald — juister gezegd: Napoleon heeft hem afgeschaft in het kader van zijn koehandel met het Vaticaan. Het was nochtans een meesterlijke constructie, gebaseerd niet op mythologie zoals de Romeinse en christelijke kalenders, maar op de natuur, met name de jaargetijden. Het eerste republikeinse jaar (AR, An de la République) begon op 22 september AD 1792, en berustte op de volgende beginselen.
- De eerste dag van het jaar is het etmaal waarin de astronomische herfst begint.
- Er zijn twaalf maanden van elk 30 dagen, gevolgd door evenveel bijkomende dagen (5 of 6) als nodig zijn tot het begin van het volgende jaar.
In de Gregoriaanse kalender bestaan de maanden uit 28, 29, 30 of 31 dagen, zonder enige logica. Daar staat tegenover dat het gemakkelijk te voorspellen is wanneer de "schrikkeljaren" van 366 dagen vallen, met een februari van 29 dagen. Het n-de jaar is een schrikkeljaar als n deelbaar is door 4, behalve als n deelbaar is door 100; dan is het een gewoon jaar, behalve als n deelbaar is door 400 want dan is het toch een schrikkeljaar. Schrikkeljaren zijn dus: 2024 (deelbaar door 4 en niet door 100) en 2000 (deelbaar door 400); gewone jaren zijn: 2023 (niet deelbaar door 4), 1900 en 2100 (deelbaar door 100 maar niet door 400). Deze regelmaat wordt betaald met de onvoorspelbaarheid van de herfstevening: meestal 23 september, soms 22 september (zoals in 1792) en heel uitzonderlijk ook 24 of 21 september.
Hier een lijstje met alle herfsteveningen van 1583 tot 2999.
In de republikeinse kalender begint de herfst
bij definitie op de eerste dag van het jaar. De prijs hiervoor is de moeilijke berekenbaarheid van de schrikkeljaren, de
sextiles. Bij het invoeren van de republikeinse kalender was men er van uitgegaan dat de schrikkeljaren zich zouden herhalen met een herkenbare regelmaat, maar dat was een astronomische misrekening. De oplossing voorgesteld door Gilbert Romme is in de lade gebleven doordat hij, ter dood veroordeeld (maar niet daarom), een einde maakte aan zijn leven. In 1797 heeft de astronoom Delambre het vraagstuk zeer bevredigend opgelost (
hier), en wel zo, dat de herfsteveningen bewaard bleven als begin van de jaren. Hij gaf meteen (blz. 326-327) een lijst met de republikeinse schrikkeljaren tot en met AR 400, zijnde AD 2192. We zijn nu in AR 231 (AD 2023), en het volgende republikeinse schrikkeljaar, zo lezen we bij Delambre, is 234:
Het lopende AR 213 is dus een gewoon jaar van 365 dagen, beginnend op de vorige herfstevening (23 september 2022) en lopend tot het nieuwe jaar begint op de volgende herfstevening (23 september 2023). In tabelvorm, met vermelding van de 12 maanden en de bijkomende 5 dagen:
In de App Store vindt men:
waarin men kan kiezen voor "calendrier originel" of "réforme de Romme". Volgens de eerste valt de herfstevening van 2023 op 2 Vendémiaire 214 (één dag te laat), volgens de tweede op Jour des Récompenses van 213 (één dag te vroeg). In de versie "Delambre" zou de volgende herfstevening, zoals het hoort, op 1 Vendémiaire 214 vallen (zie de tabel hierboven), maar die versie is helaas niet voorzien. Delambre heeft het ons nochtans gemakkelijk gemaakt met zijn lijst van vier eeuwen schrikkeljaren!
De republikeinse kalender wordt beheerst door de gang van de seizoenen. Er zijn drie herfstmaanden (die bij definitie beginnen als de herfst begint), dan drie wintermaanden, drie lentemaanden en drie zomermaanden, elk met de bijhorende poëtische namen. De verdere onderverdeling was helemaal "decimaal":
- elke maand verdeeld in 3 decades van elk 10 dagen
- elke dag verdeeld in 10 uren van elk 100 minuten van elk 100 seconden, in het totaal dus 100.000 seconden. (De concurrende tijdrekening, met 24 uur van elk 60 minuten van elk 60 seconden, telt 86.400 seconden in één dag.) Deze decimale tijd kan men continu aflezen op de hierboven genoemde app. Misschien weten we niet met republikeinse zekerheid welke dag we zijn, maar van het juiste tijdstip zijn we wél zeker!