*
"Een van de gedenkwaardigste schouwspelen die de kijkers van het literaire BRTN-programma 'Wie schrijft die blijft' ooit kregen voorgeschoteld, was een televisieportret van Jef Geeraerts in 1991. Voor zijn lezers is Geeraerts niet in de eerste plaats een schrijver, maar een man van de actie. Een seksuele krachtpatser, een olifantendoder, een berenjager, de enige schrijver met een stand helemaal voor zichzelf op de Antwerpse Boekenbeurs, de schrik van de bourgeoisie en van de gevestigde orde, dat is Geeraerts. De Vlaamse Hemingway liet zich door de televisie filmen in de Hoge Venen, waar hij zijn neef Marcellus [Geert Angenon—C.I.] opleidde in de harde kunst van het overleven in de ongenadige natuur.
De televisiekijker zag hoe de gerugzakte schrijver en zijn pupil door de eindeloze hoogvlakte trokken, hoe ze hun tent opzetten, hoe ze op de neolithische wijze vuur maakten en hoe de auteur de vlammen aanwakkerden met zijn zelfgemaakte bamboeblaaspijp: een sjerpa-hulpmiddel, meegebracht van verre gevaarvolle reizen. De auteur gaf, gezeten bij het kampvuur, zijn visie over mannelijk leven en toch gevoelig schrijven. De tranen stroomden hem over de wangen—niet zozeer van ontroering om zijn eigen woorden, dan wel door de prikkelende rook van het houtvuur. Waarschijnlijk in de war gebracht door de camera, kwam het bij de openluchtmens niet op om uit de wind en uit de harsige walm te gaan zitten. Op een gegeven ogenblik dreigde het kampvuur uit te gaan. De verbouwereerde televisiekijker was er vervolgens getuige van hoe de woudloper een meterslange omgewaaide dennenboom aansleepte en die moeizaam over het onooglijke kampvuurtje schikte. Geeraerts is onconventioneel, ook in het vuurtje stoken.
De kijker vernam evenwel niet dat de onverschrokken natuurmens, toen de microfoons en de camera werden ingepakt, schuchter voorstelde om samen met de cameraploeg te overnachten in het knusse hotelletje. Het ontwaken in de volle ochtendkille natuur kon toch overtuigend geënsceneerd worden? Dat werd afgewezen: het portret moest en zou waarheidsgetrouw zijn. Op de beeldband stond evenmin de ongerustheid van de onverschrokken buitenmens dat de boswachters zijn vuurtje zouden opmerken. Vuur stoken is streng verboden in de Hoge Venen. De boswachters kunnen daar niet om lachen. (...)
Maar wat blijkt als de eenzame een zwak moment doormaakt, een 'grote lusteloosheid, waardoor de eenzaamheid nauwelijks te dragen is'? Dan denkt de Getekende: 'Als ik nu twee uur flink doorstap, ben ik bij de auto. Anderhalf uur later ben ik thuis.' De lezer is perplex. De kamp met de oerelementen wordt uitgevochten, de mystieke eenheid met de natuur wordt beleefd, de volstrekte eenzaamheid wordt doorgemaakt op nauwelijks twee uur gaans van de comfortabele auto van de schrijver. Als hij op een ietwat hoge rots klautert, kan de godverlaten woudloper warempel zijn karretje zien staan!
Het staat er. [In Marcellus, Manteau 1985, pp. 24-25—C.I.] Zomaar. Het is niet humoristisch bedoeld."
Jef Geeraerts in de Hoge Venen |
*
Update 1 april 2017. Marcellus zelf is geschreven in de onuitstaanbare pathetische stijl van Tien brieven omtrent liefde en dood, boordevol Waarheid, Liefde, Vriendschap, Dood, Beproeving, Confrontatie, Introspectie, Eenzaamheid, Mystiek en meer van dat.
* *