Pages

03 November 2014

Verhofstadt over islam en migratie

Uit Tweede Burgermanifest, 1989 (origineel hier), bladzijden 19/32 tot 25/32. De spelling is die van het manifest, de indeling van de uittreksels en de italieke nadruk is van ons.

*

1. Onze steden zijn na de fuzies van de jaren zeventig groter en killer geworden. Ook de buurt, de wijk, de straat waarin we leven, heeft een ander gezicht gekregen. Wie slaagde in het leven is vertrokken, gaan wonen buiten de stad. Wie minder geluk had, bleef in de stadskern: soms in grauwe wijken met veel verkrotte huizen en omgeven door vreemdelingen die we migranten zijn gaan noemen. In zo'n wereld overleven vergt een sterk bewustzijn, een diep besef van de eigen identiteit.

2. Bestaat er ergens ter wereld één zogenaamde multikulturele samenleving? En bestaat er ergens op deze aardbol één moderne samenleving die geen etnische invloeden van buitenaf heeft ondergaan? Neen, het ene noch het andere bestaat. Er zijn wel landen waar verschillende volkeren of meerdere religies naast elkaar gedijen, maar telkens is er een gemeenschappelijke band, één kultuur, één gemeenschappelijk verleden dat 'geschiedenis' heet.

3. De keuze tussen een multikultureel samenlevingsmodel of een massale terugkeer van vooral islamitische vreemdelingen is een simplisme, een vals dilemma. Is er echter een andere keuze? Is er een zogenaamde derde weg? Ja, er is er een. Het is de moeilijke, de aartsmoeilijke weg van de 'inburgering' om het met een eenvoudig woord te zeggen. Het gaat erom, net zoals in de Noordamerikaanse samenleving het geval is, de overwegend islamitische migranten de bij ons geldende levenswijze en waarden te doen aanvaarden.

4. De vraag is, of de islam wel in overeenstemming te brengen is met de liberale demokratie en de vrijheid, de verdraagzaamheid, de verscheidenheid en het tegensprekelijk debat zonder dewelke geen open samenleving mogelijk is.

5. Is de zaak Rushdie niet het ultieme bewijs van de onmogelijkheid van de islam zich in te passen in onze samenleving? Toont zij niet aan dat de islam in wezen een intolerante en totalitaire ideologie is, die botst met de kulturele, morele en juridische voorschriften die gelden in een open en demokratische samenleving? Het naast elkaar leven van kulturen en godsdiensten in West-Europa kan natuurlijk, maar dan wel met eerbiediging van de waarden die ten grondslag liggen aan onze beschaving en die hun uitdrukking vinden in de elementaire rechten en vrijheden die in onze grondwet opgenomen en gewaarborgd zijn.

6. De lijst van de voorvallen, waarbij we zonder enige weerstand te bieden telkens opnieuw zwichten voor dat fundamentalisme waardoor de inburgering van de migranten steeds problematischer wordt, is intussen erg lang geworden. Tijdens de betogingen in 1989 tegen Salman Rushdie liet men in de meeste Westeuropese hoofdsteden toe dat spandoeken werden meegedragen met erop de tekst 'Rushdie moet sterven': publieke aansporing tot moord, zonder dat dit tot enige juridische vervlging leidde. In datzelfde jaar werden in ons land het hoofd van de Moskee te Brussel en de bibliothecaris van het Islamitisch Cultureel Centrum vermoord, naar algemeen wordt verondersteld omdat ze een té gematigde houding hadden aangenomen tegenover het door Ayatollah Khomeini uitgesproken doodsvonnis, de 'fatwa'. Eveneens in datzelfde jaar 1898 waren verscheidene Eurposes landen in de ban van de vrouwensluier, de 'tsjador'. Na heel wat diskussie werd aan jonge islamitische meisjes in de gemeenschapsscholen de toelating verleend de tsjador te dragen en daardoor openlijk uiting te geven aan hun religieuze opvattingen. Hiermee werd voor het eerst sedert zeer lang het beginsel van de levensbeschouwelijke neutraliteit doorbroken, dat aan de basis ligt van ons openbaar onderwijs. Eveneens in meerdere Westeuropese landen, liet de overheid naar aanleiding van verscheidene migrantenrellen er zich toe overhalen vreemdelingen bij de politie in dienst te nemen. En in Groot-Brittannië eiste de islamitische gemeenschap onlangs zelfs het recht op, een eigen op de Koran gebaseerde justitie en rechtspraak te mogen uitbouwen.

7. Al deze voorvallen tonen duidelijk aan dat de islam meer wil zijn dan een godsdienst of een kultuur in een maatschappij van meerdere godsdiensten en meerdere kulturen. De islam is in werkelijkheid niet alleen een godsdienst, maar ook een ideologie, een sociaal-politieke leer die door de overheid wordt gekontroleerd. In wezen verschilt die toestand niet van het socialisme of het kommunisme dat aan de samenleving een bepaalde morele kode en een manier van leven wou opleggen. De islam is een maatschappijdoktrine, beleden door circa één miljard mensen die eigen opvattingen hebben over wat politiek en sociaal rechtvaardig is en wat niet.

8. De verdraagzaamheid in de liberale demokratie mag niet zo ver gaan, dat zij uiteindelijk uitmondt in een openlijk of zelfs maar stilzwijgend verdringen van de eigen waarden: de vrijheid van godsdienstbeleving, de gelijkberechtiging van man en vrouw, het pluralisme, de scheiding van Kerk en Staat. Die waarden door de islamitische gemeenschap in ons land doen aanvaarden en ernaar laten leven ook, is de weg van de 'inburgering' die moet worden bewandeld.

9. Uiteindelijk zullen we ook moeten leren beseffen dat de wereld niet kan blijven draaien rond de welvaart en de rijkdom van een twintigtal ontwikkelde landen die zonder beperking hun geldkoffers en hun grenzen open zetten. 

* *

Ironisch genoeg: met Verhofstadt als eerste minister is een grote politieke partij door de rechtbank de facto verboden op grond van z.g. racisme. Gelukkig staan Belgische rechters boven alle partijpolitiek, of men zou nog aan politieke maneuvers kunnen denken.