Pages

06 May 2013

Het rangschikken van Nederlandse namen

Wie in een boekhandelt rondstruint twijfelt er niet aan waar hij Shakespeare moet zoeken —onder de 'S' van de familienaam natuurlijk. Wie 'Guido Van Meir' zoekt, gaat naar de 'V' van de familienaam. Als die boekhandel een beetje met de mode mee is vindt hij de gezochte auteur niet dààr, maar onder de 'M' van 'Meir'. Ik ben het ondertussen gewend, maar blijf het ergerlijk vinden. De gewoonte is uit Nederland overgewaaid, en reken ik onder de ongewenste importproducten. De man heet 'Van Meir' (men kan menen dat het met kleine 'v' moet, en daar kan ik inkomen), maar niet 'v. Meir' en nog minder 'Meir'. Er bestaan ongetwijfeld mensen die 'Meir' heten, maar onze auteur dus niét.

Een eigenaardig bijproduct van die Nederlandse gewoonte is, dat men al flink wat taalanalyse moet uitvoeren alvorens iemand op naam terug te vinden. Neem nu Alexandre-Théophile Vandermonde, een Frans wiskundige van Vlaamse komaf, bedenker van de theorie van de determinanten. Nederlanders zouden allicht 'v.d.Monde' schrijven of denken, en zich naar de 'M' begeven. Fout! De naam is eigenlijk 'van Dermonde', en Dermonde is de oude naam van de stad Dendermonde. Onder de 'D' van 'Dermonde' dan maar? Maar 'Dermonde' bestaat helemaal niet meer. In het Nederlands heet de stad al lang Dendermonde, en in het Frans Termonde. Problemen! Waarom niet gewoon onder de 'V' van Vandermonde, zoals het er staat? Geen etymologie, genealogie, aardrijkskunde of geschiedenis nodig! Wie Vandermonde te gemakkelijk vindt mag zich eens meten met Vanderdendur (een Nederlander in de Candide van Voltaire, wiens echte uitgever Van Duren heette). Of, nog beter, met de namen Vande, Vanden of Vander (bestaande familienamen, zie F. Debrabandere, Woordenboek van de familienamen in België & Noord-Frankrijk). De eerste naam betekent van d'hee (van de heide), en moet men dus zoeken onder de... ja, waaronder eigenlijk? Puzzel rustig verder, wij gaan over naar hoe het wél moet.

Dit is onze leidraad:


Wat men ook van de bedoeling ('leiding verstrekken bij het lectuurgevaar') mag denken, het uitgebreide werk in drie volumes is uiterst minutieus en zeer vakkundig gemaakt. Over 'Schrijversnamen' staat er het volgende (blz. XX): 

Familienamen van auteurs die beginnen met een voorvoegsel (lidwoord, voorzetsel of attribuut) worden samen met het voorvoegsel als een geheel beschouwd en derhalve alfabetisch geplaatst op de beginletter van het voorvoegsel, zulks onaangezien de gebruiken die in de landen van oorsprong mochten gelden.

Auteurs wier naam doorgaans genoemd wordt met weglating van het voorvoegsel krijgen uitzonderlijk op deze ingekorte vorm van de naam een vermelding, met verwijzing naar de volledige naam, waaronder de auteursnota en de lijst der werken voorkomen.
Hieronder enkele voorbeelden, met in het vet de letter waaronder men de auteur zal vinden.

Jean de la Fontaine
Richard Mac Millan
Eugene O'Neill
Menno ter Braak
D.L. Uyt den Bogaard
Anton van de Velde

Joost van den Vondel
J.W. von Goethe
Filips de Marnix van Sint Aldegonde
In de laatste drie gevallen vindt men onder resp. Vondel, Goethe en Marnix enkel een doorverwijzing naar de volledige naam.

Ietwat dubieus vind ik (blz. XXII):
Tussen ij en y wordt bij de plaatsing geen onderscheid gemaakt. Beide worden alfabetisch gerangschikt tussen x en z.
Een schelmenroman gepubliceerd door Flurk Minijurk zou dus als 'Minyurk' geklasseerd worden, en een anoniem wiskundepamflet Bijecties en andere onvergetelijke morfismen als 'Byecties'! In die (toegegeven, schaarse) gevallen gaat het wel degelijk om i+j, met afbreking mini-jurk, bi-jectie.