Dat is van alle kwaden,
Vlaandren, uw grootste kruis,
dat al die u verraden
zijn meester in uw huis;
dat knechten van uw knechten
voorzitten aan uw dis
en 't zaad der onberechten
niet voelt wat onrecht is.
René De Clercq, Dat is van alle kwaden (De Noodhoorn, 1932),
eerste strofe van twee
Gij dacht, o lijdzaam volk, dat 't gruwelijk getij
der oude tirannie voor immer was voorbij.
Weet nu dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord,
Zoolang gij stamelend bidt of bedelt bij de poort.
Willem Elsschot, Borms, 1947, Opdracht