Bronnen.
[RM] Willem Frederik Hermans, De raadselachtige Multatuli, Boelen uitgevers, 1976
[MH] Max Havelaar, Ingeleid en van verklarende noten voorzien door Willem Frederik Hermans, De Bezige Bij, 1987
[H] Max Havelaar, Het handschrift (facsimile), met [T] Toelichting op het handschrift, uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2007
*
De wordingsgeschiedenis van Max Havelaar, zoals Multatuli haar beleefd heeft, begint in 1859 en eindigt in 1881.
Links: de laatste bladzijde van [H], het handschrift uit 1859. In heel het handschrift zijn, in rode inkt, de ingrepen merkbaar van Jacob van Lennep.
Rechts: de laatste bladzijde van [MH], een fotografische heruitgave van de tekst (1881) zoals Multatuli hem zelf voor het laatst gecorrigeerd en goedgekeurd heeft. Voorzien van 194 Aantekeeningen en ophelderingen door Multatuli en 45 bladzijden Verklarende noten door Willem Frederik Hermans. Deze laatste had zich al eerder over Max Havelaar gebogen, wat resulteerde in [RM].
Enkele feiten.
Multatuli's vader was een zeekapitein genaamd
Engel Douwes [= zoon van Douwe] Dekker.
De schrijver zelf heette officieel Eduard Dekker, maar liet zich noemen
Eduard Douwes Dekker.
Zijn vrouw verwees altijd naar hem als Dekker. Wie familiair met hem omging sprak hem aan met Dek. Ook zijn vrouw en kinderen deden dat. Zij was een verarmd baronesje, genaamd Everdine van Wijnbergen, maar hij noemde haar Tine. Het stel had twee kinderen: een zoontje Edu en een dochtertje Nonnie.
De schrijver groeide op in een vroom protestants gezin, maar werd katholiek in een poging om een katholiek meisje te kunnen trouwen. Toen dat mislukte kreeg hij een depressie, en nam een betrekking aan op Sumatra, waarmee zijn koloniaal leven een aanvang nam. Zijn koloniale carrière zou eindigen toen hij, met overplaatsing bedreigd, eervol ontslag vroeg en kreeg. Daarna leefde hij (moeizaam) van zijn pen.
Hij kon absoluut niet met geld omgaan. Hij gaf veel geld weg dat zijn eigen gezin had kunnen gebruiken, en verspeelde alles in casino's, waar hij telkens nieuwe methodes uitprobeerde om de roulette te verslaan. Doordat hij steeds op de vlucht was voor schuldeisers leefde hij het grootste deel van zijn leven gescheiden van zijn vrouw en kinderen. Toen zoon Edu zestien jaar was verdween het drietal naar Venetië, waar Edu moeizaam kostwinner werd. Vader en zoon haatten elkaar hartsgrondig.
Dekker had ontelbare amourettes, waarvan hij zijn vrouw nauwkeurig op de hoogte hield. Zij heeft hem door dik en dun gesteund en liefgehad, en schreef Ik houd van de mensen waar mijn man van houdt. [RM, blz. 174] Een tijdlang woonde Dekker met zijn vrouw Tine en zijn minnares Mimi Schepel samen in één huis. Toen Tine stierf (in Venetië, ver van haar man) is Dekker hertrouwd met Mimi, ondanks zijn schamper geschrijf tegen het huwelijk. Zij adopteerden een zoontje, Wouter, waar Dekker gek op was. Het kind zelf wou later niets meer met Dekker te maken hebben.
Enkele literaire opmerkingen.
1. De eerste druk van Max Havelaar was vooraf door van Lennep bewerkt, soms met literaire bedoelingen, maar doorgaans met het duidelijk doel het boek zijn explosief karakter te ontnemen. Plaatsen en data zijn afgekort, zodat de doorsnee lezer de feiten en de personen niet precies kon thuisbrengen. Multatuli heeft zich met succes verzet tegen het knippen van de laatste bladzijden, waarin hij de koning aanspreekt. Daarentegen heeft hij zonder meer de volgende passage laten sneuvelen, waarin Frits dominee Wawelaar aan de tand voelt.
In plaats van aan te nemen wat de Schrift zegt - en dat behoort men toch te doen, want het staat in de Schrift zelve dat men gelovig moet wezen - doet hij allerlei vragen: “Wat was licht vóór er zon was? - Had die Melchizedek het ware geloof? - Wat zou er gebeurd zijn als Eva die appel niet gegeten had? - Is mijn broertje verdoemd omdat hij voor de doop stierf? - Waar was de politie toen Petrus Ananias en Saffirah liet doodvallen? - Droeg Jezus kousen, en had hij een tulband op? - Hoe hoog is hij opgevaren voor hij aan de rand kwam van onze atmosfeer, en waarheen ging hij verder? - Waarom was hij brutaal tegen zijn moeder toen deze hem zocht? - Is er een proces geweest over de waarde van die varkens die in het water werden gejaagd? - Waartoe dienden die varkens in een land waar zwijnevlees verboden is? - Hoe maakte men het met de nalatenschappen van de mensen die opstonden uit hun graven? - Waarom moest Ezechiël vuiligheid eten? - Wat is de bezigheid van een opperwezen bij volmaakte natuurwetten? - Waarom werd het mensdom eerst gered vierduizend jaar na de Schepping? - Waarom laat God toe dat velen die redding afwijzen? - Waarom heeft de duivel macht, als hij door Christus overwonnen is? - Was Constantijn de Grote niet een gemene moordenaar? - Vanwaar komt het dat vele eeuwen na Christus niet zo beschaafd waren als de eeuw van Augustus? - Waarom sluiten wij onze huizen in een land dat christelijk is, en waar dus geen dieven zijn? - Waarom was David een man naar Gods hart? - Waarom mochten de Israëlieten goud en zilver medenemen dat aan de Egyptenaren behoorde? - Waarom is Jezus een zoon Davids, als Jozef die van David afstamde, zijn vader niet was? - Hoe weten wij dat God groot is, als wij hem niet begrijpen? - Was Judith een fatsoenlijke vrouw? - Hoe kwam Noach aan een paar ijsberen voor de ark? - Vanwaar kwamen de mensen die Kaïn niet mochten doodslaan? - Wat gebeurt er als twee geloven tegen elkaar in bidden?”
En zo al voort! Gij begrijpt hoe Wawelaar, doordrongen van liefde tot de Waarheid die het Leven is, droefheid gevoelt bij zulke verbodene nasporingen.
In latere drukken, waarover Multatuli de zeggenschap had, zijn de afkortingen van Van Lennep hersteld, zodat de gebeurtenissen nauwkeurig in plaats en in tijd gesitueerd zijn.
De vervloekte puntjes waarmee de heer Van Lennep goedvond m'n werk te bederven, zyn in deze uitgaaf natuurlyk door leesbare woorden en letters vervangen.
2. Het doel van Multatuli was: een pamflet schrijven dat de natie zou schokken. Hij koos daartoe een literaire inkleding, waarin de namen van de betrokkenen veranderd zijn.
- assistent-resident Eduard Dekker > Max Havelaar
- zijn vrouw Everdine > Tine
- zijn zoontje Edu > Max
- generaal Michiels > Vandamme
- resident Brest van Kempen > Slijmering
- vorige assistent-resident Carolus > Slotering
- luitenant Collard > Duclari
- controleur van Hemert > Verbrugge
De gouverneur-generaal wordt niet bij naam genoemd, maar heette Duymaer van Twist.
De inheemse slechterik, de Regent van Lebak, is altijd bij zijn echte naam genoemd geweest: Radhen Adhipatti Karta Natta Negara.
Naast deze echte personen heeft Multatuli ook fictieve personages ingevoerd, met Batavus Droogstoppel als voornaamste. Max Havelaar begint ermee dat Droogstoppel in Amsterdam toevallig "Sjaalman" ontmoet die aan lager wal geraakt is. De man bezorgt hem een groot pak papieren, en een bedelbrief, waarvan Droogstoppel zegt
En zyn naam stond er onder. Maar dien verzwyg ik, omdat ik er niet van houd, iemand in opspraak te brengen.
Om die reden noemt hij hem systematisch Sjaalman. Uit het "pak van Sjaalman" stelt de jonge Stern (literaire creatie) een boek samen, waaraan ook Droogstoppel bijdragen levert.
3. Stern beschrijft de gebeurtenissen, die hij uit de papieren van Sjaalman (genoemd "de aanteekeningen van Havelaar") reconstrueert, doorgaans als een objectieve waarnemer, die zelf niet tussenkomt.
Havelaar was een man van vyf-en-dertig jaren. Hy was slank, en vlug in zyn bewegingen (enz. enz.)
Dit roept al een vraag op, want had Droogstoppel niet gezegd dat hij de naam van "Sjaalman" ongenoemd wou laten? Die naam kan dus niet "Max Havelaar" zijn, die wél genoemd wordt. Heeft Stern de naam "Havelaar" bedacht? en heeft hij dan ook de overige namen (Slijmering, Slotering e.d.) bedacht?
Soms ook is in het "opstel van Stern" (zoals Van Lennep die hoofdstukken noemde) een "ik" aan het woord.
Ik heb van Max Havelaar en zyn vrouw—want dit waren de beide personen die na den resident met hun kind en de baboe uit den wagen gekomen waren—nog niets gezegd, en misschien ware het voldoende, de kenschetsing van hun voorkomen en karakter aan den loop der gebeurtenissen en des lezers eigen verbeelding overtelaten.
Blijkbaar is Stern hier aan het woord, hoewel het literair ongepast is dat een objectieve schrijver plots als "ik" optreedt. Echt moeilijk wordt het als die "ik" het heeft over gebeurtenissen in Indië, die hij (Stern) onmogelijk beleefd kan hebben. Bijvoorbeeld:
Ik ben daar [in Java dus] bitter geworden. Wat zoudt ge denken van iemand die zulke zaken kon neerschryven zonder bitterheid?
In [T, 66-67] houdt men dit voor compositiefouten van Multatuli, die Van Lennep blijkbaar over het hoofd gezien heeft. Willem Frederik Hermans daarentegen ziet dit niet als een fout van Multatuli maar een slordigheid van het literair personage Stern.
Deze zin bewijst dat Stern, die nooit op Java was geweest, niet de eigenlijke schrijver kan zijn van de Indische hoofdstukken. Aangenomen moet worden dat hij deze in het pak van Sjaalman heeft aangetroffen en dat hij ze, al dan niet enigszins bewerkt, overschrijft. [MH, 409]
Het is wel vreemd dat Droogstoppel, die de schrijfsels van Stern zo ongenadig beoordeelt, deze fouten onvermeld zou laten.
4. Multatuli gebruikt, in Max Havelaar maar ook in zijn briefwisseling, vele totaal overbodige Franse en Duitse woorden en uitdrukkingen. Hij was dus het tegendeel van een purist.
5. Multatuli hanteert de vormen "jij", "gij" en "u" als volkomen gelijkwaardig.
Weet je wel, Verbrugge, dat onze roeping heerlyk schoon is? Maar weet je ook wel dat ik alles wat ik je zoo-even zei, eigenlyk van u had moeten hooren? Ik ken u even goed als ik weet wie er garem glap maken aan de zuidkust. (H, blz.8)
Ge ziet dat de heer Slotering wèl iemand was, die een initiatief wist te nemen, je had je dus by hem kunnen aansluiten. (H, blz.8)
Beproef eens daar te zitten zonder u te verroeren, ge zult zien hoe spoedig je een spookachtigen indruk maakt op ieder ander, en zelfs op je eigen verbeelding. (H11)
Saïdjah en Adinda tutoyeren elkaar, tot zij plots zegt “Ik zal trouwen met u, wees daar zeker van!” — zonder dat iets in de dialoog dat verantwoordt. (Multatuli is niet de enige Nederlandse schrijver die dat deed. Tegenwoordig wordt deze vermenging van taalregisters, waarin Vlamingen uitblinken, afgekeurd.)
6. Multatuli gebruikt sterke en zwakke werkwoorden anders dan vandaag: stonden gekorven, hij vraagde, er schuilde, ze schrikte, hij blaasde. Zie ook